‘Je struikelt hier over de makerscultuur’

Foto: Cultuur19

Kim Harsta is per 1 januari de nieuwe directeur van Cultuur19, het cultuurcentrum van Leidsche Rijn (wijk 9) en Vleuten-De Meern (wijk 10). ‘We willen mensen zelf dingen laten maken en vervolgens een podium bieden.’

Kim Harsta werkte hiervoor bij Cultuurmij Oost, een expertisecentrum voor Kunst en Samenleving. ‘Ik adviseerde gemeenten, scholen en kunstinstellingen over kunst en samenleving. Het ging daarbij onder meer over de relatie tussen kunst en onderwijs en zorg. Daarnaast was ik ook nog voorzitter van de raad van bestuur van Huize Agnes in Utrecht. Huize Agnes vangt vrouwen en kinderen op die vluchtten voor seksueel geweld of mensenhandel.’

Harsta wilde echter niet alleen adviseren maar zelf weer aan de bak. ‘Ik vind het heel gaaf wat Cultuur19 doet. De manier waarop bij Cultuur19 amateurkunst wordt betrokken bij scholen, welzijn en de zorg bijvoorbeeld. Dat is heel tof. Er zijn veel contacten met verenigingen en organisaties uit de wijk zoals Harmonie Orkest Vleuten, De Vrijstaat, Dansatelier 42, Sesar theater, RAUM en de Bazuin uit De Meern. En onlangs hebben wij het jeugdorkest Leidsche Rijn opgericht in samenwerking met het Orkest van Utrecht. Bijna alle culturele organisaties verenigden zich in de Leidsche Rijn Connectie. We willen mensen zelf dingen laten maken en vervolgens een podium bieden. Met Podium Hoge Woerd/Castellum werken we hecht samen. Bij hen zie je meer de professionals, bij ons meer amateurs en de ontmoeting van amateurs en professionals.’

Na ruim zes jaar directeur te zijn geweest bij Cultuur19 vertrekt Hanno Tomassen. ‘Toen ik hier begon had Leidsche Rijn nog een status aparte, met een apart budget. Inmiddels doet Leidsche Rijn mee met de systematiek van de cultuurnota’s. Dat betekent dat we iedere vier jaar een 4-jarenplan moeten opstellen. Wat ik onder meer had bedacht was dat de amateurkunst en de cultuureducatie te weinig zichtbaar zijn in de wijk. Terwijl er toch veel mensen mee bezig zijn. Door de amateurkunst te koppelen aan kunstenaars uit de wijk en ze een plek te bieden op de Cultuurcampus met een zaal konden we er een zwengel aan geven. Naast cultuureducatie en het faciliteren van de amateurkunst kan je hier ook voorstellingen zien van professionele kunstenaars.’

De combinatie met zijn werkzaamheden bij TivoliVredenburg bleek echter niet langer vol te houden. Tomassen: ‘Ze wilden bij TivoliVredenburg graag een fulltime programmeur educatie en speciale programmering en daarom heb ik besloten om het stokje over te dragen.’

Harsta: ‘Inmiddels woont een kwart van de Utrechters in Leidsche Rijn. Die willen niet altijd naar de binnenstad voor cultuur. En dat hoeft ook niet want je struikelt hier over de makerscultuur. Je moet het alleen zichtbaar maken, en niet alleen op de Cultuurcampus maar ook in de openbare ruimte. Dat doen wij met Zingende Beelden in het Maxima-park, het Leidsche Rijn Festival dit jaar weer in Castellum en de Duik in de Brede School Het Zand. Met de leerlingen van het Amadeus zijn we bijvoorbeeld beeldend werk aan het maken. Of als bijvoorbeeld kinderen naar een voorstelling zijn geweest op de Hoge Woerd, dan giert het ‘makersvirus’ door hun lijf. Dan zorgen wij ervoor dat ze direct daarna nog een uurtje creatief aan de slag kunnen.’

Maar Cultuur19 richt zich niet alleen op jongeren. Tomassen: ‘Voor ouderen zijn we de Hangplek voor Ouderen gestart. Een theaterfeuilleton dat is gebaseerd op verhalen van ouderen uit de wijk en met een professionele regisseur erbij. En we zijn met BASF in gesprek voor een project met het voortgezet onderwijs over techniek en cultuur.’

Harsta: ‘Wat wij leuk vinden is om samen met mensen, met jongeren en ouderen, te bedenken wat ze nodig hebben om kunst te maken. Met elkaar. Je doet het samen met de mensen. Daar komt het altijd op neer. Wij kennen heel veel verenigingen en mensen hier die ook weer heel veel mensen kennen met wie je samen iets kunt maken. Zo simpel is het.’

Inmiddels bestaat Leidsche Rijn al zo’n twintig jaar. Tomassen: ‘Het zijn allemaal subwijken met allemaal nieuwe bewoners en twee dorpen met veel oude bewoners. In die afgelopen zes jaar is er al veel veranderd. Een heel nieuw stadsdeel is ontstaan. Mensen moeten zich aanpassen aan een nieuwe omgeving. En dat kun je door middel van kunst en cultuur zichtbaar maken.’

Harsta: ‘En het is niet af. Als het goed is beweeg je voortdurend mee met wat er leeft in de wijk. De gebouwen zijn inmiddels af maar de samenleving nog niet. Er is behoefte aan zingeving en daar vervullen wij een rol in. Er zijn zoveel makers in de wijk en die moeten elkaar weten te vinden.’

Cookieinstellingen