‘Toen ik het dossier Kinderen van Versteeg samenstelde, kwam ik erachter hoeveel materiaal we hebben over de Tweede Wereldoorlog’

Foto: Spoorwegmuseum

Het Spoorwegmuseum heeft, dankzij een bijdrage van het Mondriaan Fonds, zijn collectie objecten uit de periode rond de Tweede Wereldoorlog kunnen registreren, digitaliseren en op de website gepubliceerd. ‘De Tweede Wereldoorlog is voor de NS een beladen tijd vanwege de rol van de NS bij de transporten van Joden, Roma en Sinti en we wilden graag alles wat we in huis hadden delen.’

Evelien Pieterse, conservator Kunst & Cultuurgeschiedenis, vertelt dat het Spoorwegmuseum een grote collectie voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog heeft. ‘We hebben er al een tentoonstelling en dossier aan gewijd. De tentoonstelling Beladen treinen gaat over de transporten van Joden, Roma en Sinti naar de vernietigingskampen en het dossier Kinderen van Versteeg gaat over de spoorwegstaking in september 1944. Toen ik het dossier Kinderen van Versteeg samenstelde, kwam ik erachter hoeveel materiaal we hebben over de Tweede Wereldoorlog. Hiervan konden we maar een heel klein deel kwijt in het dossier Kinderen van Versteeg. We hebben toen een aanvraag gedaan bij het Mondriaan Fonds in het kader van 75 jaar bevrijding om al die objecten te registreren en digitaliseren en op onze website te publiceren. De Tweede Wereldoorlog is voor de NS een beladen tijd vanwege de rol van de NS bij de transporten van Joden, Roma en Sinti en we wilden graag alles wat we in huis hadden delen. Voor het Mondriaan Fonds was dat genoeg reden om de subsidie toe te kennen.’
Het gaat alles bij elkaar om zo’n 10.000 voorwerpen, vertelt Pieterse. ‘Het betreft vlaggen, uniformen, affiches, schilderijen, bordjes in treinen en heel veel foto’s. 90 procent van de objecten bestaat uit foto’s. Na de toekenning van de subsidie door het Mondriaan Fonds, twee jaar geleden, zijn we meteen aan de slag gegaan. We hebben een registrator aangenomen en die heeft alle objecten en foto’s geregistreerd en gedigitaliseerd. Daar is hij tot oktober vorig jaar mee doorgegaan.’
Pieterse heeft ook zeven blogs geschreven over de NS en de Tweede Wereldoorlog. Die zijn te vinden op de speciale pagina op de website van het Spoorwegmuseum die is gewijd aan de Tweede Wereldoorlog. Pieterse: ‘Daar vind je ook alle links naar websites om onderzoek te kunnen doen naar de NS en de Tweede Wereldoorlog. Zo is het archief van de NS tijdens de Tweede Wereldoorlog, dat overigens heel fragmentarisch is achtergebleven, bij het Utrechts Archief te vinden. Het gaat om zo’n anderhalve meter archiefmateriaal.’
Het Spoorwegmuseum beschikt niet over foto’s van deportaties of razzia’s, vertelt Pieterse. ‘Het was absoluut verboden om daar foto’s van te maken. Net zoals het verboden was om foto’s te maken van stations, emplacementen of seinhuizen. Want die waren mogelijk interessant voor het verzet of voor de geallieerden.’
Toch zijn ze nog interessante objecten tegengekomen, vertelt Pieterse. ‘We hebben bijvoorbeeld een telexbericht gevonden over 35 goederenwagons voor een transport naar Westerbork, van waaruit de wagons verder zouden gaan naar Nieuweschans en Sobibor. Een opzienbarende vondst want we wisten van transporten naar Auschwitz maar nu bleken er ook transporten naar Sobibor te zijn geweest.’
Na de oorlog lag het hele spoorwegbedrijf in puin en moest er hard gewerkt worden om alles te herstellen, vertelt Pieterse. ‘Het spoorwegpersoneel van boven de rivieren had ruim een half jaar gestaakt en kon met opgeheven hoofd vertellen dat zij zich verzet hadden tegen de Duitsers. Niemand die het nog had over de transporten van Joden, Sinti, Roma of krijgsgevangenen. Pas in 1953, tijdens een parlementaire enquête over het regeringsbeleid tijdens de oorlog, werden er vragen gesteld aan de top van de NS tijdens de oorlog. Zo werd de voormalig directeur van de NS, Gustav Giesberger, ondervraagd. Hij vertelde dat er geen discussie was binnen de NS over het vervoer van de Joden. Er was een contract met de Duitsers gesloten waarin stond dat ze strikt moesten uitvoeren wat de Duitsers vroegen en in ruil daarvoor bleef de NS in Nederlandse handen. Pas toen de Nederlandse regering in ballingschap op 17 september 1944 de opdracht gaf om het werk neer te leggen is dat gebeurd.’
Toch moeten mensen bij de NS zich ongemakkelijk hebben gevoeld met wat er allemaal plaatsvond. Pieterse vertelt in een van haar blogs het verhaal over Gré Hekket die op 30 april 1943 een telexbericht verzond waarin werd opgeroepen om te staken om te voorkomen dat Nederlandse militairen opnieuw in krijgsgevangenschap zouden worden afgevoerd om in Duitsland te worden tewerkgesteld. ‘Een half uur later kwam de directie van de NS met het tegenbericht dat er helemaal geen sprake was van een staking. De directie wilde absoluut de goede samenwerking met de de Duitsers niet verstoren. Dat zou volgens de directie alleen maar leiden tot onnodig bloed vergieten.’
De NS was in ieder geval volgens Pieterse geen broeinest van verzet. ‘Het was een hiërarchische organisatie en men schikte zich in wat de baas je opdroeg. De dienstorder was om alles te doen wat de Duitsers vroegen. Je moest je houden aan de voorschriften anders zou het leiden tot bloedvergieten.’
In 1944, in aanloop tot de operatie Market Garden, riep de Nederlandse regering in ballingschap op om te staken. Pieterse: ‘Men dacht dat Nederland nu binnen een paar weken bevrijd zou zijn maar het duurde nog maanden. De staking had weinig effect omdat de Duitsers met eigen mensen binnen een paar dagen de treinen weer lieten rijden. Al had het wel een moreel effect op het spoorwegpersoneel dat met opgeheven hoofd uit de oorlog kwam. En ze kregen allemaal doorbetaald via koeriers, inclusief de kerstgratificatie. Er waren ook geen grote represailles. Er was een korte tijd een scheepvaartembargo zodat er geen voedsel kon worden aangevoerd. In oktober was er echter weer scheepvaart al kwam die weer stil te liggen door de strenge winter.’
Inmiddels wordt er volgens Pieterse al veel gebruik gemaakt van de bronnencollectie van het Spoorwegmuseum. ‘Er worden vooral veel beeldaanvragen gedaan. En de NIOD is op dit moment bezig met een grootschalig onderzoek naar de NS in oorlogstijd. In opdracht van de NS.’

Cookieinstellingen