De ontwikkeling van het stationsgebied

Foto: stichting Matrijs

60 mensen heeft Ed van Eeden geïnterviewd voor zijn boek Twintig jaar bouwen aan het Stationsgebied Utrecht. Zij hebben allen een rol gespeeld in de ontwikkeling van het stationsgebied, vanaf het referendum in 2002 tot en met 2018.

Waarom dit boek?

‘Siert de Vos, hij was directiesecretaris Projectorganisatie Stationsgebied (POS) bij de gemeente Utrecht, vroeg mij een ‘oral history’ over het stationsgebied te schrijven, vanaf het referendum in 2002 tot nu toe. Hij kende me van het boek dat ik heb geschreven over Leefbaar Utrecht op basis van interviews met zo’n 30 à 40 mensen. Hij vond het nu een goed moment voor dit boek omdat de eerste fase van de ontwikkeling van het stationsgebied bijna is afgesloten. Het boek heeft niet voor niets als subtitel Operatie open hart. Het gaat om het grootste OV-knooppunt van Nederland waar elke dag 250 duizend mensen gebruik van maken. En dat was al die jaren een grote bouwput terwijl toch alles door ging.’

Wat kenmerkt de eerste fase van de ontwikkeling van het stationsgebied?

‘Men is begonnen met de oostkant van het station. In deze eerste fase is het hele nieuwe station gebouwd, Hoog Catharijne totaal vernieuwd, TivoliVredenburg gebouwd, het Vredenburgplein, het Poortgebouw, het Noord- en het Zuidgebouw, de Moreelsebrug en niet te vergeten: de singels. Er is in deze eerste fase al wat aan de Jaarbeurskant gedaan, maar daarmee gaan ze nu verder in fase twee. Daar moeten onder meer zo’n 10 duizend woningen komen.’

Voor dit boek heb je 60 mensen geïnterviewd?

‘Daarover heb ik van tevoren met Siert de Vos overlegd. In nauw overleg hebben we uit de pakweg 100 namen die hij en ik geselecteerd hadden er 60 uitgekozen. Anders zou het boek te dik worden. Het zijn wethouders, beleidsmakers, architecten, mensen van de verschillende bedrijven zoals de NS, de Jaarbeurs en Hoog Catharijne. Maar ook raadsleden en mensen die in het stationsgebied wonen en bij wie thuis de kopjes op de tafel trilden door alle bouwwerkzaamheden.’

Wat waren belangrijke kwesties gedurende die twintig jaar?

‘Een belangrijke kwestie was de Bieb++ op het Smakkelaarsveld die er niet is gekomen. Terwijl er wel al zo’n 12 miljoen in geïnvesteerd was en er zo’n 260 woningen zouden komen. Nu is het nog steeds een puinzooi op het Smakkelaarsveld. Het is ook een van de leidende thema’s in dit boek, de continuïteit en de discontinuïteit in het stationsgebied, de lange termijn versus de korte termijn. Gedurende die bijna twintig jaar had je te maken met vijf colleges. Elk college moet zich eerst anderhalf jaar inwerken, daarna kan zo’n college twee jaar productief zijn waarna het nog een half jaar uitzingt, op weg naar het volgende college.’

Wat is er wel gelukt?

‘Waar wel vorderingen zijn gemaakt is met Hoog Catharijne. De junkentunnel is verdwenen. Hoog Catharijne heeft een kwart miljard geïnvesteerd en nu is het echt een mooi winkelcentrum geworden.’

Wel een kwestie was de Moreelsebrug?

‘De Moreelsbrug is betaald door de Rabobank. Voorwaarde voor Hoog Catharijne was dat er geen trappen naar de perrons zouden komen. Klépierre, de eigenaar van Hoog Catharijne, heeft al heel veel toegegeven, vind ik. In de jaren zestig is er een contract voor honderd jaar getekend waarin staat dat er een onverbrekelijke stedenbouwkundige samenhang zou zijn tussen het station en Hoog Catharijne. Daardoor is de binnenstad van Utrecht gered. Anders had de binnenstad volgestaan met Neudeflats en hadden al die grote winkelcentra in de binnenstad gezeten. Hoog Catharijne betekende de redding van de historische binnenstad van Utrecht.’

Het station is ook opgeknapt.

‘Het oude station is in vijf verschillende fases gebouwd en kende talloze kruip- en sluipdoor routes. Het is nu heel overzichtelijk gemaakt. Dat is gedaan door dezelfde architect die ook de stations in Amsterdam, Rotterdam en Schiphol heeft ontworpen. Amsterdam en Rotterdam vinden overigens dat er hier in Utrecht dorpspolitiek wordt bedreven. Wethouders staan niet voldoende op afstand en gemeenteraadsleden bemoeien zich met alle details. In Amsterdam heb je bijvoorbeeld een sterke dienst stadsplanning en de gemeenteraad hoeft zich daar niet bezig te houden met elk detail.’

De Jaarbeurs heeft lang dwars gelegen?

‘Toen in 2001 werd besloten om het hele stationsgebied aan te pakken toen bedacht men dat dit emmers met geld zou gaan kosten. En de eerste plek waar je dat terug zou kunnen verdienen was het Jaarbeursterrein. Doordat te herschikken zou er meer ruimte komen voor woningen en kantoren en daarmee zou je alvast geld kunnen verdienen. Maar de Jaarbeurs had andere plannen. Die wilde in de jaren negentig fuseren met de RAI, maar dat mocht niet van de Nederlandse Mededingings Autoriteit. Toen die plannen onmogelijk waren gemaakt, had de Jaarbeurs eigenlijk geen langetermijnplanning meer. En toen is de Jaarbeurs zich gaan richten op de korte termijn door geld te verdienen met parkeergelden en consumpties en zoveel mogelijk vastgoed inkopen rond het Jaarbeursterrein.
Op een gegeven moment heeft de gemeente gezegd nu is het afgelopen. Een klein deel van de erfpacht zou aflopen in 2019 en dat heeft de gemeente als breekijzer gebruikt. Ze hebben gezegd als er geen contract komt dan zijn jullie het kwijt. Toen kwam er schot in de zaak en konden er afspraken gemaakt worden. Op de Merwedekanaalzone worden nu tienduizend woningen gebouwd.’

Andere mijlpaal is de bouw van het Stadskantoor.

‘De gemeente wilde de de westkant van het station verder stimuleren door het stadskantoor daar te bouwen. Daarmee heeft de gemeente echt lef getoond. Daardoor zijn hier onder meer bedrijven gekomen, zoals Ziggo/Vodafone bijvoorbeeld. De Noordtoren van het Stadskantoor is overigens tien meter verderop gebouwd zodat de passage rondom het station eventueel breder gemaakt kan worden.’

Heb je het idee dat de Utrechters nu tevreden zijn nadat ze twintig jaar in een bouwput geleefd hebben?

‘Ik zie dat nu er steeds meer wordt opgeleverd mensen inderdaad steeds enthousiaster worden.’

Ze hebben wel twintig jaar in een bouwput moeten leven?

‘Maar ik vind dat de gemeente dat goed heeft aangepakt. De POS was bij vragen en klachten het aanspreekpunt en die zorgde ervoor dat er nog dezelfde dag antwoord kwam.’

Wat moet er nu nog gebeuren?

‘Ik vind dat er op het Vredenburgplein nog een mooi beeld of fontein moet komen. De marktkooplieden zijn tegen maar daar mag je als stad het toch niet van af laten hangen. En de Jaarbeurs moet nog iets doen met het Beatrixgebouw want dat gaat steeds meer uit de toon vallen.’

Cookieinstellingen