Arbeidsmigranten die geen huisvesting meer hebben, kunnen vanaf heden in Utrecht worden opgevangen en begeleid door het Leger des Heils. Groenlinks raadslid Marcel Vonk heeft bij wethouder Maarten van Ooijen aan de bel getrokken en die heeft het Leger des Heils de opdracht gegeven om, in ieder geval tijdelijk, onderdak te bieden aan deze dakloze arbeidsmigranten.
Sinds de daklozenopvang in Utrecht vanaf 19 mei afgebouwd werd en op 2 juni verplicht haar deuren sloot voor arbeidsmigranten, verzamelden enkele daklozen zich ’s avonds in het Merwedegebied om gezamenlijk buiten de nacht door te brengen op het terrein van het Leger des Heils. GroenLinks raadslid Marcel Vonk maakte zich zorgen over de situatie: “Ik vind het schokkend dat mensen ongewild de nacht op straat moeten doorbrengen. Iedereen verdient een dak boven het hoofd”. Wat Vonk betreft wordt de opvang en begeleiding van dakloze arbeidsmigranten structureel.
Tijdens de corona-crisis was al een uitzondering gemaakt op het landelijke beleid. Ook mensen die daar officieel geen recht op hebben, zoals arbeidsmigranten, konden toen tijdelijk gebruik maken van de daklozenopvang. De landelijke overheid besloot echter dat de opvang afgelopen voorjaar weer dicht moest voor deze groep, waardoor de dakloze arbeidsmigranten weer op straat kwamen te staan. “Dat heb ik toen ook al proberen te voorkomen, samen met de PvdA, ChristenUnie en D66,” reageert Vonk. “Ik vind het mensonterend. Dit zijn mensen die onder valse voorwendselen naar Nederland worden gehaald om hier onder slechte omstandigheden te werken. Ze krijgen vaak schamele huisvesting van hun werkgever, maar zodra die geen behoefte meer aan hen heeft, staan ze op straat, zonder huis en zonder baan. En dan beslist Nederland ook nog eens dat ze geen recht hebben op daklozenopvang. Dat levert schrijnende situaties op”. GroenLinks vindt het goed dat Utrecht de dakloze arbeidsmigranten nu opvang en begeleiding gaat bieden. De opvang die nu is geregeld in Utrecht geldt tot na de zomer, daarna volgt een nieuw afwegingsmoment. Vonk: “Hopelijk is dit een opmaat voor structurele opvang. Het laatste wat je wilt is dat deze mensen na de zomer opnieuw op straat komen te staan. Dat is schadelijk voor deze groep en bovendien creëer je daarmee een potentieel groot overlastprobleem voor de stad. We moeten deze mensen weer als onze medemensen gaan zien en behandelen”.
