Deel opbrengst Elfstedentocht Maarten van der Weijden voor kankeronderzoek UMC Utrecht

Foto: UMC Utrecht

Maarten van der Weijden dook op 21 juni opnieuw het Friese water in om de Elfstedentocht te zwemmen. De opbrengst komt ook dit keer voor de volle honderd procent ten goede aan kankerpatiënten. Een deel van het geld dat Maarten bij elkaar heeft gezwommen, is voor onderzoek in het UMC Utrecht en het Prinses Maxima Centrum.
Het gaat daarbij om de volgende onderzoeken:

Betere overleving na kinderkanker
Bij volwassenen met uitgezaaide kanker is de jacht op alle zichtbare uitzaaiingen met behulp van bestraling in volle gang. In de wereld van kinderkanker is het aantal patiënten met uitgezaaide tumoren lager. Dat zorgt voor de nodige vertraging op invoering van geavanceerde beeldvormings- en bestralingstechnieken bij de behandeling van uitzaaiingen. Dit onderzoeksproject van dr. Enrica Seravalli brengt voor iedere uitzaaiing in het lichaam de beste bestralingstechniek in kaart, om vervolgens een Europees beleid uit te stippelen per type kinderkanker. Dit is uitermate belangrijk, want bij kinderkanker gaat het om meer dan alleen levensverlening. Het gaat ook om betere overleving met de minste kans op schade op latere leeftijd.

Tongkanker
De aangewezen behandeling van tongkanker is operatieve verwijdering. Helaas blijft het lastig om de kanker in het diepere gedeelte van de tong volledig te verwijderen. Als de kanker niet helemaal weg is, moet een tweede operatie of nabestraling volgen. Die aanvullende behandelingen zijn een extra belasting voor patiënten en maken het slikken, eten en spreken vaak moeilijker. Door het diepere gedeelte van de tong tijdens de operatie met echografie goed in beeld te brengen, is het naar verwachting mogelijk om nauwkeuriger en beter te opereren. Dit gaat dr. Rob Noorlag onderzoeken. Hierdoor hoeven minder patiënten een tweede operatie of bestraling te ondergaan.

Immunotherapie tegen leukemie
Jürgen Kuball doet onderzoek naar immunotherapie tegen leukemie. Het doel van het onderzoek is om moleculen te maken die werken als verbindingstukken tussen afweercellen en tumorcellen. Daardoor kunnen tumorcellen, die normaal gesproken niet herkend worden door de afweercel, nu wel aangevallen en gedood worden. Ze ‘lenen’ daarvoor een eiwit van een unieke afweercel, de gamma delta T-cel, en plakken dit aan een stuk antistof tegen een meer algemene T-cel.
In een reageerbuis werkt het al, maar onderzoeksgeld is hard nodig om te kunnen testen of het molecuul ook bij proefdieren werkt. Dat zou weer een belangrijke stap zijn naar de toepassing bij patiënten.

Dikkedarmkanker
Patiënten met dikkedarmkanker die uitzaaiingen hebben naar de lymfeklieren worden meestal aanvullend behandeld met chemotherapie. Maar dat is niet altijd nodig. Het doel van dit onderzoek van Geraldine Vink (UMC Utrecht/IKNL), Remond Fijneman (NKI) en Veerle Coupé (AMC) is om te kunnen voorspellen bij wie de chemotherapie wel of niet nodig is.  
De onderzoekers willen onderscheid maken tussen dikkedarmkanker-patiënten die na de operatie geen resterende tumorcellen hebben en dus ziektevrij zijn, en de groep die dat wel heeft en dus risico loopt dat de ziekte terugkomt. Zo kan alleen de groep patiënten met resterende tumorcellen aanvullende therapie aangeboden worden.
Tumorcellen hebben specifieke veranderingen in hun DNA. Dat DNA komt deels ook in de bloedbaan terecht. Sinds kort is het technisch mogelijk om in bloed minuscule hoeveelheden cel-vrij circulerend tumor DNA (ctDNA) aan te tonen. Direct na de operatie wordt bloed afgenomen. Aan dat bloed dat is te zien of er nog tumorcellen aanwezig zijn. Hierdoor is beter te bepalen welke patiënten wel en welke er niet gebaat zijn bij aanvullende chemotherapie.

Rhabdoïde tumoren
Ook het onderzoek van Jarno Drost en Eelco Hoving (Prinses Maxima Centrum) is één van de geselecteerde projecten. Het betreft onderzoek naar rhabdoïde tumoren. Dit zijn zeldzame, maar zeer agressieve tumoren die bij kinderen voornamelijk in de hersenen en nieren voorkomen. De prognose is somber en de nood voor nieuwe behandelmethoden is hoog.
Drost en Hoving werken samen om het tumorweefsel van de patiënt in het lab te kweken. Zo creëren ze mini-rhabdoïde tumoren, oftewel organoïden. Door de cellen direct uit een patiënt in het laboratorium te groeien, kunnen de onderzoekers de eigenschappen van de tumorcellen tot in detail bestuderen. Ook kunnen ze verschillende medicijnen testen om betere behandelmethodes te vinden.

Cookieinstellingen