‘We beginnen nu waar mogelijk met het geven van een woning’

Foto: Mario Gibbels

Jules van Dam, directeur van Tussenvoorziening, werkt al ruim 30 jaar in de daklozenopvang. Toch is hij geschrokken van de uitkomsten van het eind vorig jaar verschenen onderzoek van Coline van Everdingen naar de nacht- en crisisopvang in Utrecht. ‘Ik had niet kunnen bedenken dat we in de opvang te maken hebben met zo’n grote verpauperde groep. Dat bijvoorbeeld vier op de tien mensen een verstandelijke handicap heeft en dat de helft weer terugvalt. Met name bij de nachtopvang gaat het om permanent ontwrichte mensen.’

In de nachtopvang worden elke nacht zo’n 85 mensen opgevangen. Op jaarbasis maken circa 800 mensen gebruik van de nachtopvang. Bij de crisisopvang, waar mensen een eigen kamertje hebben, gaat het om 45 plekken en daar maken op jaarbasis iets meer dan 100 verschillende mensen gebruik van.

Een ander schokkend cijfer uit het onderzoek is volgens Van Dam dat meer dan de helft van de mensen in de nachtopvang een sociaal netwerk van 0 tot 1 persoon hebben. ‘Het zijn vaak eenlingen. Ze hebben geen sociaal netwerk en er hoeft niet zoveel te gebeuren of ze gaan weer onderuit.’

De nachtopvang is dan ook het laatste vangnet. Van Dam: ‘Bij deze mensen vallen een aantal dingen op. Steeds meer mensen hebben een verstandelijke handicap, vaak is er ook sprake van verslaving en psychiatrische problemen. En dan val je er in de gehandicaptenzorg al snel buiten. Mensen worden geschorst of ze voelen zich onprettig in een groep. Ze hebben behoefte om alleen te wonen. Ons beleid is dan ook om zo snel mogelijk voor een woning te zorgen. Vroeger ging dat stap voor stap. Je begon in de nachtopvang, daarna ging je naar de 24-uurs opvang en vervolgens kreeg je een eigen woning. Dat was een traject van een à twee jaar. Maar niet iedereen houdt dat vol. Daarom beginnen we nu waar mogelijk met het geven van een woning en we proberen ze daar dan te houden. Dat werkt beter en is een stuk goedkoper.’

Het probleem is ook dat er nog onvoldoende voor deze mensen gezorgd wordt, stelt Van Dam. ‘Er is nog te weinig diagnostiek. Zoals gezegd, 40 procent heeft een verstandelijke handicap, maar we weten vaak niet bij wie precies er wat aan scheelt. We hebben daarom nu afgesproken om eerst de problematiek helder in beeld te krijgen zodat we de behandeling meteen kunnen starten.’

In februari dit jaar is daarvoor het stadsteam Herstel gestart waarin de ‘outreachende’ medewerkers van verschillende hulp- en zorgorganisaties samenwerken. Van Dam: ‘Die zorgen ervoor dat als iemand bij de Nachtopvang komt hij zo snel mogelijk in een traject terecht komt. In de toekomst zou het zo kunnen zijn, dat wanneer iemand weer zelfstandig woont en niet bij zijn behandelaar komt opdagen, het stadsteam Herstel gebeld kan worden en die gaat er dan gelijk achter aan. Op die manier houd je voortdurend vinger aan de pols en kun je voorkomen dat iemand verder afglijdt en bijvoorbeeld zijn woning verliest.’

Daarnaast zijn in twee wijken, in Lunetten en Overvecht, de zogeheten EPA teams opgezet, voor mensen met Ernstige Psychiatrische Problematiek. Van Dam: ‘De bedoeling is dat deze gespecialiseerde buurtteams in heel de stad komen.’

Al deze maatregelen vragen om extra investeringen maar uiteindelijk bespaar je er volgens Van Dam ook geld mee. ‘Je voorkomt dat mensen weer terugvallen.’ Nou blijft het volgens Van Dam een lastige groep waar je altijd uitvallers zult blijven houden. ‘Maar het zijn er nu wel heel veel, dat moet beduidend naar beneden. Er zal altijd wat terugval zijn maar je wilt in ieder geval voorkomen dat mensen hun woning verliezen. Daarom is het belangrijk dat er een vorm van signalering is. Dat een behandelaar bijvoorbeeld weet dat iemand eerder dakloos is geweest en dat het stadsteam Herstel bij hem langs kan fietsen om de boel in de gaten te houden. Moeilijker moet je het niet maken, maar je moet het wel doen.’

Cookieinstellingen