Bouwen boven het spoor voorlopig nog niet aan de orde

Foto: gemeente Utrecht

Bouwen boven het spoor is volgens het college uitermate complex en kostbaar en vergt nog nader onderzoek. Het is daarom niet opportuun om daar nu al stappen in te zetten. Op langere termijn kan het volgens het college interessant zijn om deze ambitie weer op te pakken. Dat schrijft het college in een brief aan de gemeenteraad.

In de zoektocht naar ‘inbreidingslocaties’ binnen de stadsgrenzen valt het oog als vanzelf op de ‘spoorbundels’, aldus het college. Zeker de spoorzone tussen de binnenstad en het Beurskwartier is een interessante locatie om te onderzoeken op de mogelijkheden voor het bouwen boven en langs de sporen. In deze zone ligt zowel een mogelijkheid om beide stadshelften meer met elkaar te verbinden. Het prikkelt volgens het college de fantasie om de ruimte boven de sporen als een soort ‘landwinning’ toe te voegen aan de stad.
De gemeente Utrecht, NS, ProRail en het Rijksvastgoedbedrijf hebben gezamenlijk opdracht gegeven voor een verkennend onderzoek naar de wenselijkheid en haalbaarheid van het bouwen langs en boven het spoor. De studie laat zien dat het belang voor de stad voor een groot deel bestaat uit het op een logische en prettige wijze verbinden van de stadshelften aan beiden zijden van het spoor en het overbruggen van hoogteverschillen. Het realiseren van deze verbindingen kan niet los worden gezien van de initiatieven die nu al spelen in de flanken van de spoorzone zoals de uitbreiding van De Knoop, de ontwikkeling van het Matserterrein en van het Kruisvaartkwartier. Eveneens blijft het volgens het college belangrijk om de fietsverbinding van de Jeremias de Deckerstraat en de Nicoloaas Beetstraat te realiseren.
Het verder gaan met het ontwikkelen van het programma boven de sporen is een richting die het college nu niet in zal gaan. Eerst zal, in lijn met de Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040, de aandacht gericht worden op het realiseren en afronden van de beoogde plannen voor het Beurskwartier, het Lombokplein en Merwedekanaalzone waarmee voor de komende 20 jaar al een opgave van zo’n 2 miljoen m2 bebouwing gemoeid is.
Eerst als de stad daarin is geslaagd, kan er gekeken worden naar de mogelijkheden voor het bouwen boven het spoor in het hart van de stad. Maar dan zijn we volgens het college al gauw 20 jaar verder.

Cookieinstellingen