Gemeente Utrecht moet Wob-verzoek AD deels opnieuw beoordelen

Foto: de rechtspraak

De gemeente Utrecht moet een Wob-verzoek van het AD Utrechts Nieuwsblad (AD/UN) deels opnieuw beoordelen. Dat heeft de bestuursrechter van de rechtbank Midden-Nederland beslist. Op grond van de Wet openbaarheid van bestuur vroeg het AD/UN de gemeente om documenten over de totstandkoming van het coalitieakkoord. Een deel van die documenten gaf de gemeente niet. De bestuursrechter oordeelt dat de gemeente een nieuw besluit moet nemen omdat de afwijzing deels onvoldoende is gemotiveerd.

In maart 2018 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Een paar maanden later werd in Utrecht het coalitieakkoord afgerond. Om een beter beeld te krijgen van hoe de coalitiepartijen tot bepaalde keuzes zijn gekomen, diende het AD/UN een Wob-verzoek in. De krant wilde inzage in de politieke stukken die over het vormen van het coalitieakkoord gaan. Een deel van dat verzoek werd door de gemeente toegewezen. Een ander deel niet. Volgens de gemeente Utrecht weegt het belang van alle betrokkenen om in vertrouwelijkheid te kunnen onderhandelen zwaarder dan het belang van openbaarheid. Het AD/UN maakte bezwaar tegen dit besluit bij de gemeente, maar zonder resultaat.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de gemeente terecht weigerde om een deel van de gevraagde informatie openbaar te maken. De rechtbank heeft bij de beoordeling van die vraag de beschikking gehad over alle documenten en komt tot de conclusie dat de gemeente de openbaarmaking voor een deel terecht heeft afgewezen. Er is voldoende gemotiveerd dat het doorbreken van de vertrouwelijkheid van het onderhandelingsproces betrokkenen kan schaden. Het gaat hier onder andere om documenten die gaan over de eerste vertrouwelijke verkenning van alle raadsfracties. Het AD/UN vroeg om een samenvatting van de geweigerde documenten, maar de rechtbank volgt dit verzoek niet. Er kan enkel sprake zijn van een samenvatting als de betreffende informatie ook openbaar is gemaakt.
De rechtbank oordeelt ook dat er een reeks documenten is waarbij de gemeente Utrecht onvoldoende heeft gemotiveerd waarom openbaarmaking zou leiden tot benadeling of beschadiging van coalitiepartijen en betrokkenen. Deze documenten gaan namelijk niet over het onderhandelingsproces en de inhoud die daarbij een rol speelde. Volgens de gemeente weegt de privacy van de in die documenten genoemde betrokkenen zwaarder dan het belang van openbaarmaking. Maar de gemeente hoeft de namen van die betrokkenen, voor zover die vanuit hun functie niet in de openbaarheid treden, niet openbaar te maken. Aldus de rechtbank. Wat betreft deze documenten moet de gemeente een nieuwe afweging maken. De bestuursrechter draagt de gemeente Utrecht daarom op om binnen zes weken een nieuwe beslissing te nemen op het ingediende bezwaar van het AD/UN.

Cookieinstellingen