Utrecht ver gevorderd in het ontwikkelen van inclusiebeleid

Foto: pixabay

Op 14 juli 2016 trad het VN-verdrag Handicap in Nederland in werking. Het verdrag wil de mensenrechten van mensen met een beperking bevorderen, beschermen en waarborgen. Gemeenten zijn sinds 2016 bij wet verplicht om aan te geven hoe zij in het sociaal domein uitvoering geven aan het VN-verdrag Handicap. In samenwerking met het College voor de Rechten van de Mens heeft de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) in kaart gebracht of de gemeentelijke beleidsplannen voldoen aan deze verplichting. Uit de analyse van de NVRR blijkt dat de gemeente Utrecht in vergelijking met de andere deelnemende gemeenten ver gevorderd is in het ontwikkelen van inclusiebeleid

Aan het onderzoek hebben 40 rekenkamers en rekenkamercommissies deelgenomen, waaronder Rekenkamer Utrecht. Op basis van een gemeenschappelijk analysekader van de NVRR en het College voor de Rechten van de Mens is het inclusiebeleid van 47 gemeenten beoordeeld. Deze beoordeling heeft alleen betrekking op het beleid in opzet en niet op de uitvoering of de resultaten in de praktijk. Inclusiebeleid is beleid dat er voor zorgt dat mensen met een beperking op voet van gelijkheid met anderen kunnen meedoen aan de samenleving, bij voorkeur door het toegankelijk maken van reguliere oplossingen en voorzieningen voor iedereen. Daarnaast heeft de NVRR de beleidskaders van de Participatiewet, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdwet laten analyseren. Uit de analyse van de 47 gemeenten blijkt dat er vooral in het Wmo-beleid veel aandacht is voor gehandicapten. Dit geldt ook voor de gemeente Utrecht.
Uit de analyse van de NVRR blijkt dat de gemeente Utrecht in vergelijking met de andere deelnemende gemeenten ver gevorderd is in het ontwikkelen van inclusiebeleid. Uit het rapport Beleidsscan VN-verdrag Handicap dat de NVRR op 30 oktober 2019 heeft gepubliceerd blijkt allereerst dat bijna driekwart van de onderzochte gemeenten geen inclusiebeleid hebben geformuleerd. Utrecht heeft dat wel gedaan.
Utrecht is al in 2007 van start gegaan op basis van Agenda 22, een voorloper van het VN-verdrag Handicap. De maatregelen van Plan Agenda 22 voor de periode 2012-2018 zijn geëvalueerd en het college heeft een nieuw ‘Plan van Aanpak VN-verdrag Handicap’ 2 aangekondigd voor het vierde kwartaal van 2019. De opzet van het beleid in Utrecht voldoet aan vrijwel alle criteria die de NVRR heeft beoordeeld. Hiermee loopt Utrecht landelijk gezien voorop in het gevoerde inclusiebeleid.
De uitzonderingen waarbij Utrecht niet aan de criteria voldeed, betreffen enkele vormvoorschriften en twee inhoudelijke punten.
In het algemene inclusiebeleid is geen specifieke maatregel opgenomen voor de positie van vrouwen met een handicap. Het VN-verdrag schrijft dit wel voor, omdat vrouwen en meisjes met een handicap vaak onderworpen zijn aan meervoudige discriminatie en een groter risico lopen om het slachtoffer te worden van geweld of misbruik.
De NVRR constateerde dat in de beleidsdocumenten voor het participatiebeleid en het jeugdbeleid geen of weinig speciale aandacht is voor inclusie van mensen met een handicap. De wet schrijft voor dat hierin vermeld moet worden hoe het college uitvoering zal geven aan het VN-verdrag Handicap. Het is de rekenkamer bekend dat er wel specifieke maatregelen zijn voor mensen met een UWV-uitkering en mensen in het doelgroepenregister. De gemeente Utrecht heeft geen specifiek ondersteuningsaanbod voor mensen met een beperking zonder UWV-uitkering die niet onder het doelgroepenregister vallen.

Cookieinstellingen