Minder sociale huurwoningen opgeleverd in 2018

Foto: Pixabay

In 2018 leveren de corporaties aangesloten bij het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht (RWU) in de Utrechtse regio totaal 787 zelfstandige sociale huurwoningen op. Dat is minder dan in 2017 en 2016, toen er 856 resp. 1.003 woningen werden gebouwd. Dat blijkt uit een inventarisatie van het Platform.

Belangrijkste oorzaak is het gebrek aan bouwlocaties en als er wel locaties zijn, treedt vaak vertraging op. De corporaties roepen gemeenten daarom opnieuw op haast te maken met de ontwikkeling van nieuwe locaties want de schaarste aan sociale huurwoningen neemt alleen maar toe. Op wat langere termijn krijgen corporaties daarbij nog last van extra heffingen van het Rijk.
Het aantal nieuwbouwwoningen is ook minder dan in eerdere plannen was geraamd. De corporaties waren van plan om in de jaren 2018 t/m 2022 gemiddeld maar liefst 1.500 woningen per jaar te bouwen. Dat aantal woningen is minimaal nodig om de behoefte te kunnen bijbenen. Dat aantal halen de corporaties vooralsnog lang niet, zodat de toch al lange wachttijd voor een sociale huurwoning vooralsnog niet afneemt.
Het gebrek aan locaties is nijpend. Locaties die er nog wel zijn, liggen bijna allemaal binnenstedelijk. De meeste daarvan zijn kleinschalig, ingewikkeld en duur, of er lopen procedures van omwonenden tot aan de Raad van State. Dat werkt vertragend. Het Platform vindt dat als het binnenstedelijk stagneert, ook gekeken moet worden buiten de zogenaamde rode contouren voor nieuwe mogelijke woningbouwlocaties. Daarnaast is een aantal projecten vertraagd vanwege tekort aan materialen en personeel. In een enkel geval is bij transformatie asbest aangetroffen hetgeen de werkzaamheden hindert.
Op langere termijn leiden extra belastingen die het kabinet aan corporaties oplegt, ertoe dat zij minder geld overhouden voor nieuwbouw en verduurzaming van het bezit. Die heffingen gaan stapsgewijs omhoog door de invoering van een nieuwe belasting, de zogenaamde ATAD die eigenlijk bedoeld is om belastingontwijking van grote bedrijven tegen te gaan. De corporaties vallen daar echter ook onder. Bovendien is de belangrijkste belasting, de verhuurderheffing, gekoppeld aan de ontwikkeling van de WOZ waarde en die stijgt alsmaar door de grote schaarste op de Utrechtse woningmarkt. De bouwambitie kan volgens de corporaties alleen maar worden waargemaakt als die heffingen omlaag gaan in plaats van omhoog.
Onder de Utrechtse regio wordt verstaan de U16 regio, dat wil zeggen de stad Utrecht en 15 omliggende gemeenten. Mitros is in de regio de grootste bouwer van sociale huurwoningen met 192 woningen, gevolgd door Portaal met 108. De meeste sociale huurwoningen zijn opgeleverd in de stad Utrecht met 206 woningen, daarna komen Nieuwegein (108) en Vianen (106 woningen).

Cookieinstellingen