Terugkijken op de vernieuwing van Kanaleneiland-Centrum

Foto: Mario Gibbels

Afgelopen vrijdag werd er in het Krachtstation in Kanaleneiland teruggekeken met de samenwerkingspartners die ruim 10 jaar werkten aan de vernieuwing van Kanaleneiland-Centrum. Wat zijn de successen? En wat had er echt beter gekund?

De vernieuwing van Kanaleneiland begon met de presentatie van een Masterplan in 2004, vertelt Jesse Flink, directeur van GEM (Grond Exploitatie Maatschappij). Een jaar na de oplevering van de Clausbrug. Doel was de eenvormigheid van de wijk te doorbreken en voor meer diversiteit te zorgen. Zowel wat bewoners betreft als wat woningen betreft. De eerste opzet was om dit te doen door middel van sloop en nieuwbouw. Toen brak de crisis uit en bleek dit niet langer haalbaar. De nadruk kwam meer te liggen op renovatie.

De wijk is gerealiseerd in de jaren ’55-’71. Eind jaren 70 was er sprake van een neerwaartse spiraal. In 2002 werd er een intentieovereenkomst gesloten, in 2006 een samenwerkingsovereenkomst en in 2009 werd de eerste ‘vlek’ aangepakt. De wijk bestond uit zes vlekken. Samenwerkende partijen waren de gemeente, de woningbouwcorporaties Portaal en Mitros en bouwbedrijf Heijmans.

Er werd begonnen met sloop en nieuwbouw. Totdat in 2012-2013 de crisis uitbrak. Nieuwbouw bleek te duur en er werd gekozen voor een mix van nieuwbouw en renovatie. En de doelstellingen zijn gehaald, aldus Flink. Dankzij de publiek-private samenwerking is het gelukt om voldoende woningen te renoveren en nieuwe woningen te bouwen. Belangrijk was daarbij, aldus Flink, dat er voldoende respect was voor elkaars belangen en dat die ook voldoende werden behartigd.

Portaal en Mitros hebben allebei 450 woningen gebouwd, vertelt Reijnder-Jan Spits, manager volkshuisvesting van Portaal. En er is ook een gebied gecreëerd met ruimte voor creatieve ondernemers: Eiland 8.

Menno Molenaar, ontwikkelingsmanager bij Heijmans, vertelt hoe renoveren soms voor een aanzienlijke verbetering kan zorgen. Zo bevond bij veel flats de berging zich op de begane grond. Door deze ruimte om te zetten in woonruimte kreeg je een meer levendig straatbeeld. En de wijk is ook zeer groen, aldus Molenaar. ‘Nut dat uit’. Volgens Molenaar zie je nu dat de buurt nu meer in trek is, meer in balans. Er zijn jonge starters, er is een vraag naar grotere gezinswoningen. De wijk is gemêleerder.

Wijkmanager Wim Beelen stipt nog het ‘liftprobleem’ aan. Mensen willen graag een lift in de flat zodat ze er kunnen blijven wonen, ook als ze ouder worden. Volgens Beelen was de GEM de bindende factor tijdens de economische crisis die ervoor gezorgd heeft dat partijen bij elkaar bleven. Nu kan er volgens hem van een geslaagde vernieuwing van de wijk gesproken worden. Alleen zouden er nog wel wat meer winkels en andere voorzieningen welkom zijn.

Cookieinstellingen