Het Utrechts college wil een complex van bijna twintig gebouwen van de voormalige Rijks Veeartsenijschool in Utrecht aanwijzen tot beschermd gemeentelijk monument. De gebouwen stammen uit het eind van de 19e en begin 20e eeuw. De buurt in Wittevrouwen grenst aan de Biltstraat en de Biltse Grift en is bekend als het Veeartsenijterrein.
Al in 2000 zijn enkele gebouwen op het Veeartsenijterrein aangewezen als Rijksmonument. Sinds 2013 is het gebied onderdeel van het beschermd stadsgezicht Utrecht Oost. “Met de status van beschermd stadsgezicht is wel de structuur van het complex beschermd, maar dat heeft geen beschermende werking voor de gebouwen,” zegt wethouder Kees Geldof (Erfgoed en Monumenten). “Wij vinden juist de samenhang van het terrein en de gebouwen van dit bijzondere complex van groot belang. Voor het behoud daarvan kiezen wij ervoor de gebouwen aan te wijzen als gemeentelijk monument.”
De gebouwen zijn individueel van cultuurhistorische waarde vanwege de architectuur, ontworpen door de indertijd betrokken Rijksbouwmeesters J. Crouwel en C.H. Peters. De gebouwen zijn met name ook van cultuurhistorisch belang vanwege de diverse specifieke functies voor de voormalige Rijksveeartsenijschool.
Het Veeartsenijterrein dankt zijn naam aan de Rijks Veeartsenijschool (later de faculteit Diergeneeskunde), in 1821 de eerste Nederlandse onderwijsinstelling waar dierenartsen werden opgeleid. Het complex breidde steeds verder uit, waarna vanaf 1967 de verhuizing op gang kwam naar De Uithof, die in 1988 werd afgerond. Daarna is een aantal gebouwen omgevormd tot appartementen en andere gebouwen kregen onder meer een culturele bestemming. Een aantal gebouwen is eigendom van de Corporatie Bo-Ex’91, twee gebouwen zijn gemeentelijk eigendom. Daarnaast zijn er bijna vijftig particuliere eigenaren van appartementen in overige gebouwen. De gemeente heeft de eigenaren ook op de hoogte gesteld. Voor hen zal een informatiebijeenkomst worden georganiseerd.
In het voorstel zijn niet alleen gebouwen, maar is ook een aantal bijzondere objecten genoemd. Het gaat daarbij onder meer om een zogenoemde demonstratietafel die in het plantsoen staat, ten noorden van het onderwijsgebouw en om een bakstenen basement. Dat laatste is een restant van de weegschaal waarop vroeger dieren werden gewogen.
