UTRECHT – De gemeente Utrecht mocht de plannen voor het Leidsche Rijn Centrum aanpassen en daarmee de komst van een Jumbo Foodmarkt mogelijk maken. Dat heeft de rechter bepaald in kort geding dat winkeliers uit Leidsche Rijn, Vleuten en De Meern hadden aangespannen tegen de gemeente.
In de oorspronkelijke plannen was geen ruimte voor een dergelijke grote supermarkt in Leidsche Rijn Centrum. De gemeente heeft de plannen echter – omdat de omstandigheden veranderden – aangepast. De rechter oordeelde dat de gemeente daarmee niet onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van de winkeliers in het gebied, die vrezen dat de megasuper grote nadelige gevolgen heeft voor hun eigen winkels.
Aanpassen mag
De rechter oordeelde dat de gemeente beleid en beleidsvoornemens moet kunnen aanpassen in een veranderende maatschappij en niet hoeft te garanderen dat plannen voor een lange periode ongewijzigd in stand blijven. De rechter noemde het “begrijpelijk dat de winkeliers onaangenaam zijn verrast door de aangepaste plannen van de gemeente en dat zij vrezen voor nadelige gevolgen. Voor te stellen is dat zij destijds op basis van de plannen zoals die er toen lagen, hebben besloten aanzienlijke investeringen te doen en een winkel te openen in een van de omliggende winkelcentra en dat zij mogelijk met de wetenschap van nu andere plannen hadden gemaakt. Hoe voorstelbaar ook, dat is onvoldoende om te concluderen dat de gemeente met het aanpassen van plannen jegens hen in strijd met het vertrouwensbeginsel heeft gehandeld.”
Tegenstrijdig
De rechter woog verder mee dat uit het bestemmingsplan blijkt dat vestiging van een megasuper niet uitgesloten is. Ook uitspraken van de wethouder op een raadsvergadering in november 2014 kunnen niet als een toezegging aan de winkeliers worden opgevat. Ook heeft de gemeente vaak overleg gevoerd met de winkeliers. Diverse onderzoeksrapporten over de effecten van de komst van een grote supermarkt spreken elkaar bovendien tegen. Daarom is onvoldoende gebleken dat de gevolgen voor de winkeliers desastreus en onevenredig zullen zijn, oordeelde de rechter.
