UTRECHT – Van de vier grote steden wordt in Utrecht voor uitkeringsfsraude de minste boetes uitgeschreven. De grote steden gaan onderling zeer verschillend om met de uitvoering van de Fraudewet. Dat blijkt uit cijfers die BNR Nieuwsradio bij de gemeenten heeft opgevraagd over de jaren 2013 en 2014.
Uit eerdere bevindingen van de inspectie SZW, blijkt dat gemeenten te weinig en te lage boetes opleggen. In slechts 35 procent van de gevallen wordt een boete opgelegd, terwijl volgens de Fraudewet gemeenten voor elke fraudevordering een boete zouden moeten opleggen. In 2013 is deze wet aangepast omdat fraudeurs strenger moesten worden aangepakt met hogere boetes. Gemeenten kregen meer bevoegdheden om bestuurlijk te handhaven. Maar het aantal boetes dat wordt opgelegd verschilt sterk.
In Rotterdam werden 2678 boetes gegeven, in Amsterdam: 467 boetes , Den Haag: 1150 boetes en Utrecht: 429 boetes. Voorzitter Irma Heintzberger, van het Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs, laat aan BNR weten dat het blijkbaar uitmaakt waar je woont of je wel of niet gestraft wordt. “Ik ben wel geschrokken van het grote verschil. Het zou niet zo moeten zijn dat als je moedwillig fraudeert, dat je dan kunt uitkiezen in welke gemeente je moet wonen om niet gestraft te worden.”
Inmiddels wordt gewerkt aan een aanpassing van de wet zodat rekening gehouden kan worden met verwijtbaarheid, maar voor duizenden mensen komt dit te laat. Amsterdam besloot onlangs als enige gemeente alle boetebesluiten te herzien.
