Vertraagde aanmelding verkrachting verkleint kans op behandeling en opsporing

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Pubers die verkracht zijn wachten vaak langer dan één week met aangifte doen dan jongvolwassen slachtoffers. Dit blijkt uit onderzoek van het Landelijk Psychotraumacentrum UMC Utrecht onder 323 vrouwelijke slachtoffers van een eenmalige verkrachting in de leeftijd van 12 tot 25 jaar.

De vertraagde aangifte heeft niet alleen implicaties voor het niet tijdig ontvangen van medische hulp (zoals de behandeling van verwondingen, de preventie van SOA’s, HIV en ongewenste zwangerschap), maar hindert ook forensisch onderzoek, en daarmee de eventuele aanhouding en veroordeling van de verdachte. Slachtoffers die zich binnen één week melden bleken twee tot drie maal vaker naar de dokter of politie te gaan.

Centrum Seksueel Geweld

“In Nederland heeft 1 op de 8 vrouwen en 1 op de 30 mannen ooit een verkrachting meegemaakt,” legt Iva Bicanic van het Landelijk Psychotraumacentrum uit. “In acute situaties is het belangrijk dat slachtoffers zo snel mogelijk, bij voorkeur binnen één week, hulp krijgen op medisch, forensisch en psychologisch gebied. Deze hulp werd voorheen – en wordt in sommige regio’s nog steeds – versnipperd aangeboden. Omdat dit in een onwenselijke situatie is, is op enkele plaatsen in Nederland een Centrum Seksueel Geweld (CSG) gevestigd waar politie, artsen, verpleegkundigen en hulpverleners samenwerken.” Eind 2015 moet er een landelijk netwerk van deze centra operationeel zijn, zodat alle acute verkrachtingsslachtoffers op snelle hulp en onderzoek door experts kunnen rekenen.

 

Cookieinstellingen