Utrecht 50 jaar terug: Anton Geesink stopt ermee

Foto: UN

Anton Geesink zet in mei 1967 een streep onder zijn judoloopbaan, zo meldt het Utrechts Nieuwsblad op 18 mei 1967. In Rome heeft hij deelgenomen aan de Europese kampioenschappen omdat hij zijn titel in alle categorieĆ«n wilde terugwinnen. Die was hij namelijk in 1965 in Madrid kwijtgeraakt door een knieblessure. Nu hij dat kampioenschap terug heeft is het wat Geesink betreft welletjes geweest. ‘Ik zet er absoluut een streep onder!’

Geesink is als hij stopt 33 jaar en is op dat moment de beste judoka die de wereld ooit heeft gekend. Hij heeft eenentwintig Europese kampioenschappen, drie wereldtitels, een Olympische kampioenschap en twintig Nederlandse titels.

Er was nog een reden om in Rome op de mat te komen, vertelt Geesink. Hij wilde de Rus Kiknadze en Wim Ruska, tegen wie hij nog nooit in een echte wedstrijd was uitgekomen, een kans geven om hem te verslaan. Dat is ze echter niet gelukt, stelt hij tevreden vast. Geesink: ‘Eerlijk gezegd ben ik een beetje in hun teleurgesteld. Zij hebben nog geen been uitgestoken om een aanval in te zetten.’

Anton Geesink nam op 20 april 1950 deel aan zijn eerste interland. Als hij in 1967 stopt heeft hij dus meer dan zeventien jaar als international op de mat gestaan en in al die jaren verloor hij maar vijf wedstrijden. Sinds 1958 zegevierde hij, waar ook ter wereld, in al zijn partijen.

Geesink, oorspronkelijk bouwvakker, deed in al die jaren niet alleen aan sport. Hij leerde ook nog Duits, Engels, Frans en Japans spreken, bouwde een bloeiende sportschool op in Utrecht en werkte mee aan drie films, waarbij een hoofdrol in de film Samsom, en hij schreef drie judoboeken.

Het is moeilijk voor Geesink om ermee te stoppen, geeft hij toe. Maar hij moet wel. Zijn knieĆ«n zijn te zwak geworden. ‘Ik kan er nauwelijks normaal een trap mee op lopen.’

Geesink heeft nu alle tijd om leiding te geven aan zijn sportschool. Hij heeft bovendien nog meer de mogelijkheid om cursussen in het buitenland te leiden. En competities speciaal tegen tien of meer tegenstanders blijft hij doen, vertelt hij. ‘Dat is voor mij een prikkel om zo veel mogelijk in vorm te blijven en toch te trainen.’

 

Cookieinstellingen