Utrechtse student identificeert zeldzaam langnekzeereptiel uit dinosaurustijdperk

Foto: wikimedia

Fossielen van de plesiosaurus zijn extreem zeldzaam in Nederland: tot voor kort waren behalve een handvol tanden slechts zeven wervels bekend, alle behorende tot verschillende individuen. Nu kan aan die verzameling een nieuw fossiel worden toegevoegd met de vondst van een staartwerveltje van een jonge plesiosaurus. De vondst werd gedaan tijdens werkzaamheden in een onderaardse mergelgroeve bij het Zuid-Limburgse Sibbe. Op dat moment stond nog niet vast om welke diersoort het ging. De Utrechtse student Feiko Miedema stelde vast dat het daadwerkelijk om een plesiosaurus ging. De nieuwe vondst wordt op zaterdag 30 november in Maastricht gepresenteerd tijdens een internationaal symposium.

Het fossiel kwam tevoorschijn tijdens ‘blokbreken’ door de firma Mergelbouwsteen Kleijnen, die geen moment aarzelde en de wervel aan het Natuurhistorisch Museum Maastricht schonk. Feiko Miedema, biologiestudent met een bijzondere interesse voor fossiel leven, benaderde rond die tijd paleontoloog Anne Schulp met de vraag of hij geen interessant afstudeeronderwerp in de aanbieding had. “Anne Schulp had al contacten met Maastricht en kwam met die kersverse vondst aanzetten. Aan mij toen de taak om te achterhalen met welk dier we hier te maken hadden.”
Zo’n onderzoek is deels een kwestie van andere mogelijkheden uitsluiten. “Je kijkt dan naar potentiële kandidaten die binnen dezelfde tijdschaal leefden, bijvoorbeeld schildpadden of de mosasaurus, maar de gevonden wervel leek niet op de wervels van deze dieren.” Bestudering van wetenschappelijke literatuur wees vervolgens in de richting van de plesiosaurus. “En aangezien het om een onvolgroeide wervel gaat, hebben we hier zeer waarschijnlijk te maken met een jong exemplaar.” Dat ‘diertje’ had overigens wel een lengte van één tot vijf meter.
Plesiosauriërs waren zeereptielen die leefden van ongeveer 240 miljoen jaar tot 66 miljoen jaar geleden, gedurende de tijdperken van de Jura en het Krijt. Ze leefden van vissen en inktvissen en konden maximaal 15 meter lang worden; een groot deel daarvan werd in beslag genomen door de nek. Hoewel de naam op -saurus eindigt, en ze ook nog in het dinotijdperk leefden, hadden ze niets met dinosauriërs te maken.
Er wordt al ruim 250 jaar intensief verzameld in het Maastrichtse Krijt maar tot dusver was dus slechts een handjevol plesiosaurusfossielen bekend. Dat maakt deze vondst extra bijzonder. “Het bewijst eens te meer dat je – letterlijk! – nooit uitgekeken raakt op een bepaald gebied, hoeveel je daar ook al hebt opgegraven.” De plesiosauriërs deden het goed tot aan het eind van het Krijt, met name in gebieden waar de oceaan tot aan de kust reikte en waar zich dus géén continentaal plat bevond (Californië, Marokko, etc.). In deze regio’s vonden opwaartse stromingen van koud water plaats, die een warmere oppervlakte bereikten. Dit had een enorme productie van plankton tot gevolg: een ideale conditie voor een omvangrijk ecosysteem met scholen vis, waaraan plesiosauriërs zich tegoed konden doen. In de “Maastrichtse Krijtzee” bestonden dergelijke omstandigheden niet. Misschien waren de Zuid-Limburgse plesiosauriërs wel dwaalgasten; het kunnen ook kadavers zijn geweest die van elders het gebied zijn binnengedreven.
Met zijn plesiosaurusonderzoek rondde Miedema zijn bachelorstudie Biologie af, waarna hij aan de faculteit Geowetenschappen een masterstudie Earth, Life and Climate begon. Die is nu bijna afgerond; Miedema staat op het punt om promotieonderzoek te gaan doen bij het Staatliches Museum für Naturkunde in Stuttgart, waar hij de ontwikkeling van de ichthyosaurus, een ander uitgestorven zeereptiel, gaat bestuderen. “Fantastisch werk, alleen hebben wij kantoorpaleontologen niet vaak de tijd om het veld in te gaan. Dan is het des te mooier wanneer we vondsten zoals die uit Sibbe krijgen, of van de diverse amateur-geologische verenigingen. Ook daar wordt ontzettend belangrijk werk verricht.” Dat kan John Jagt, conservator paleontologie aan het Natuurhistorisch Museum Maastricht, alleen maar beamen. “Zonder die mensen hadden we onze laadjes nooit zo vol gekregen. Vele nieuwe soorten zijn al als eerbetoon aan die verzamelaars voorzien van hun naam, en er zullen er nog vele volgen.”
Het Natuurhistorisch Museum Maastricht presenteert komende zaterdag het fossiel; honorair conservator Eric Mulder zal die dag op het symposium Chalk & Flint dit én andere zeldzame plesiosaurusfossielen toelichten. Het museum werkt hierbij samen met de Paleobiologische Kring en de Universiteit Maastricht.
Artikel
Feiko Miedema deed zijn onderzoek onder begeleiding van Anne Schulp en zijn Maastrichtse collega’s van het Natuurhistorisch Museum Maastricht. Voor een wetenschappelijke beschrijving van de staartwervel zie: Miedema F, Schulp AS, Jagt JWM, and Mulder EWA, ‘New plesiosaurid material from the Maastrichtian type area, the Netherlands’, Netherlands Journal of Geosciences, Volume 98, e3 (2019), https://doi.org/10.1017/njg.2019.2

Cookieinstellingen