Prehistorische woestijn in Nederland verklaard met paleomagnetisch onderzoek Universiteit Utrecht

Foto: UU

Zo’n 245 miljoen jaar geleden was Nederland een ondiepe kalkzee die krioelde van het (dino-)leven, omgeven door een woestijngebied. Relicten van deze kalkzee en bijbehorende dino’s liggen nu in de onder paleontologen bekende steengroeve van Winterswijk. Was het mondiale klimaat toen zo veel warmer dan vandaag? Of lag Nederland destijds veel zuidelijker? Om antwoord te geven op deze vraag heeft een team afkomstig van middelbare scholen in samenwerking met geologen van de Universiteit Utrecht onderzoek gedaan aan magnetische eigenschappen van de Winterswijkse stenen. Deze eerste metingen uit Nederland bevestigen mondiale modellen die laten zien dat Nederland ten tijde van de Winterswijkse dino’s ter hoogte lag van de huidige Perzische Golf.

We gebruiken de aardmagneet als we een kompas lezen: de naald wijst naar het noorden. Maar de magnetische richting is niet alleen naar de polen gericht: hij maakt ook een hoek met het aardoppervlak. In het huidige, ’normale’ veld (de magneet keert zo nu en dan zijn polen om, dan wordt de zuidpool ineens de magnetische noordpool of andersom) wijzen de magnetische veldlijnen op de zuidpool verticaal de aarde uit, liggen ze horizontaal op de evenaar en steken ze op de noordpool weer verticaal de aarde in. Met andere woorden, van de polen naar de evenaar verandert de hoek geleidelijk. De hoek die het magneetveld met het aardoppervlak maakt is dus een maat voor de breedtegraad. En in de meeste sedimentaire gesteenten zit een kleine fractie magnetische mineralen, bijvoorbeeld gemaakt door bacteriën die het gebruiken om de weg te vinden. In dergelijke gesteenten is magnetische informatie ‘vastgelegd’ die iets kan vertellen over de breedtegraad waarop die steen is ontstaan.
Hoewel de Winterswijkse steengroeve een rijke vindplaats is van vroege dinosaurus-soorten was er tot op heden nog geen paleomagnetisch onderzoek gedaan. Daarom hebben Lars van Hinsbergen, leraar Aardrijkskunde aan het Fioretti College in Lisse, en zijn broer Douwe van Hinsbergen, hoogleraar geologie aan de Universiteit Utrecht, de groeve bemonsterd in samenwerking met collega’s van de Universiteit Utrecht. De stenen uit de Winterswijkse groeve zijn overgebracht naar de Universiteit Utrecht, waar hun magneetveld in een laboratorium is onderzocht, onder meer door Bas Zanderink voor zijn profielwerkstuk – destijds was hij nog VWO-leerling aan het Twents Carmel College De Thij in Oldenzaal, nu is hij student Aardwetenschappen aan de Universiteit Utrecht.
Het team nam gesteentemonsters uit het tijdperk van het Trias. De monsters dateren van 245 respectievelijk 205 miljoen jaar geleden. Die van 245 miljoen jaar hebben een magneetveld dat vertelt dat de stenen zijn afgezet op 20° noorderbreedte, de breedtegraad van de huidige Perzische Golf, en die van 205 miljoen jaar op ca. 35° noorderbreedte, de breedtegraad van Turkije. Dus dat we rond 245 miljoen jaar geleden ondiepe kalkzeeën met veel leven (zoals in de Perzische Golf), omgeven door woestijnen (zoals in Arabië en de Sahara) hadden, komt vooral doordat Nederland toen op een heel andere plek lag, veel dichter bij de evenaar. ‘Ons onderzoek illustreert maar weer eens dat we voor het bestuderen van het klimaat in het verleden ook de oude geografie in kaart moeten brengen’, aldus Douwe van Hinsbergen. ‘Ik vond het leerzaam om aan dit soort onderzoek deel te nemen. In mijn onderwijs ga ik de onderzoeksvaardigheden gebruiken om mijn leerlingen kennis te laten maken met wetenschap’, besluit Lars van Hinsbergen.

Cookieinstellingen