De witsnuitdolfijn die afgelopen vrijdag op het strand van Wijk aan Zee werd gevonden, is nog diezelfde dag bij de faculteit Diergeneeskunde onderzocht in de CT-scanner. Daarvoor moest bij het dier, een mannetje van 2,90 meter lang, wel eerst de rugvin verwijderd worden. Anders zou hij niet in de scanner passen. Voor zover bekend is dit wereldwijd de eerste keer dat er een CT-scan van een witsnuitdolfijn is gemaakt.
‘Witsnuitdolfijnen zijn enorm acrobatische dieren’, vertelt Lonneke IJsseldijk, die het onderzoek naar gestrande zeezoogdieren coördineert. ‘We zijn benieuwd naar eventuele afwijkingen aan de ruggengraat. Daarom maken we nu eerst een CT-scan, voor we in het lichaam gaan snijden.’
Een CT-scanner maakt een serie van beelden die dunne dwarsdoorsneden (plakjes) van het lichaam voorstellen. Dat levert een driedimensionale weergave op, in tegenstelling tot de klassieke röntgenfotografie. De beelden worden vervolgens beoordeeld door een dierenarts-radioloog.
Op zaterdag 9 december vond de sectie op de dolfijn plaats. Monsters van het dier gaan daarna ook naar Wageningen Marine Research, waarmee de faculteit Diergeneeskunde nauw samenwerkt bij haar onderzoek naar zeezoogdieren.
