Wat te doen tegen scheefgroei tussen kapitaal en geld?

Monaco is er voor de rijken
Monaco is er voor de rijken
Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Als samenleving halen we ons inkomen steeds meer uit kapitaal en steeds minder uit arbeid. En dat is slecht nieuws voor de meesten van ons. Dat stelt economisch historicus prof.dr. Bas van Bavel in een position paper dat hij schreef op uitnodiging van de Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze commissie hield op 14 september een rondetafelgesprek over de loonontwikkeling en arbeidsinkomensquote.

gw_hum_bavelbasvan_385x257De arbeidsinkomensquote geeft aan welk deel van het inkomen in een land uit arbeid bestaat (degenen die arbeidskracht leveren). In Nederland is dit aandeel dus steeds kleiner aan het worden, en het aandeel van kapitaal (de bezitters van vermogen) steeds groter. Het is een goede zaak dat deze scheefgroei nu op de politieke agenda staat, zegt Van Bavel: “De verhouding tussen kapitaal en arbeid raakt aan zaken die we allemaal beschouwen als wezenlijk voor de kwaliteit van de samenleving: welvaart, gelijkheid, werkgelegenheid, koopkracht, en de mate waarin de overheid de maatschappelijke infrastructuur kan betalen.”

Grote negatieve impact
Het teruglopende aandeel van arbeid in het inkomen is onder andere nadelig voor de overheidsfinanciën: over kapitaal moet veel minder belasting worden betaald dan over arbeid, en dus levert dit de overheid minder op. Maar ook huishoudens hebben er nadeel van: de koopkracht loopt al sinds het begin van de 21e eeuw terug. De ongelijke verhouding tussen arbeid en kapitaal zorgt bovendien voor een steeds grotere kloof tussen armen en rijken.

De ontwikkeling die Van Bavel schetst is niet uniek voor Nederland: in alle Westerse landen neemt het aandeel van arbeid in het inkomen al decennialang af. Van Bavel geeft aan dat de oorzaken hiervoor niet liggen in factoren van vraag en aanbod, maar in het economisch beleid: onder andere het decennialange beleid van loonmatiging, het EU-beleid van vrij verkeer van arbeid, en de deregulering van financiële markten die daardoor steeds invloedrijker zijn geworden.

Uitweg?
De enige mogelijke uitweg uit de negatieve spiraal is volgens Van Bavel via een brede sociale beweging zoals aan het einde van de negentiende eeuw, die de verhouding tussen arbeid en kapitaal meer in balans brengt. Hij ziet dit echter nog niet gebeuren: de vermogensongelijkheid is te groot, het maatschappelijk middenveld is op Europees en mondiaal niveau te zwak, en de alternatieven voor het samenbrengen van kapitaal en arbeid (coöperaties en corporaties) de afgelopen decennia te zeer verzwakt.

In het gesprek met de Kamercommissie kwamen behalve Van Bavel nog twee experts aan het woord, en verder vertegenwoordigers van onder andere het Centraal Planbureau, vakbond FNV en werkgeversorganisatie VNO-NCW. Zowel vertegenwoordigers van werknemers als werkgevers en wetenschap gaven de indruk het eens te zijn dat de arbeidsmarkt toe is aan een drastische aanpassing, of zoals Robin Fransman (denktank de Argumentenfabriek) het zei: aan ‘groot onderhoud’. VNO-NCW verwees naar haar Next Level programma. Voor het antwoord op de vraag hoe de herschikking in werkelijkheid moet uitpakken werd een paar keer verwezen naar het SER overleg tussen de sociale partners. De Tweede Kamer heeft op 27 oktober een Algemeen Overleg Arbeidsmarktbeleid, waarvoor deze hoorzitting relevante input gaf.

Bron: Universiteit Utrecht

 

Cookieinstellingen