“Westerse markteconomie heeft langste tijd gehad”

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – De markteconomie van onze westerse samenleving wordt vaak gezien als voorwaarde voor blijvende vooruitgang en economische groei, maar dat blijkt een misvatting. Volgens econoom en historicus prof.dr. Bas van Bavel heeft de markteconomie zijn langste tijd gehad. In zijn nieuwe boek ‘The Invisible Hand?’ maakt hij duidelijk dat alle markteconomieën door de eeuwen heen een cyclus doormaken en na een periode van opbloei in verval raken en zelfs verdwijnen.

500_invisiblehandIn onze tijd zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en West-Europa de vooraanstaande markteconomieën. De symptomen die in het verleden steeds het verval van een markteconomie aankondigden, zijn in onze tijd ook zichtbaar. Zo is de vermogensongelijkheid in de westerse samenleving de afgelopen decennia toegenomen en zie je hoe een kleine elite haar geld gebruikt om ook politieke invloed uit te oefenen. In Amerika zie je dit bijvoorbeeld in de financiering van verkiezingscampagnes en in de invloed van mediatycoons op de publieke opinie. Ook het uiteenspatten van speculatiebubbels op financiële markten is een aanwijzing dat onze markteconomie zijn langste tijd heeft gehad. In de geschiedenis is er geen enkel voorbeeld van een markteconomie die aan deze cyclus wist te ontsnappen. In alle gevallen zien we economische stagnatie.

De symptomen die in het verleden steeds het verval van een markteconomie aankondigden, zijn in onze tijd ook zichtbaar”.

Historisch onderzoek
Markteconomieën, die de uitwisseling van goederen, kapitaal, arbeid en grond vooral via de markt regelen, komen al lang in de geschiedenis voor. Terwijl veel economen en beleidsmakers vooral naar de korte termijn kijken heeft Van Bavel zich juist gericht op een periode van meerdere eeuwen. Uit deze benadering komt een verassend beeld naar voren: het blijkt dat groei en vrijheid niet ontstaan dankzij markteconomieën, maar er juist aan voorafgaan.

Van Bavel onderzocht de drie meest invloedrijke markteconomieën van vóór het industriële tijdperk: Irak in de vroege middeleeuwen (6e-12e eeuw), Italië in de hoge middeleeuwen (11e-15e eeuw) en de Nederlanden in de late middeleeuwen en vroegmoderne periode (12e-18e eeuw).

Cyclus van opkomst en verval
De onderzochte markteconomieën maakten dezelfde cyclus door. In eerste instantie ontstaat door sociale opstanden een situatie van relatief grote sociale gelijkheid en welvaart. Die leidt ertoe dat de opkomst van een markteconomie mogelijk is. Deze markteconomie stimuleert aanvankelijk de economie nog verder, maar daarvan profiteert vooral een kleine elite, die zich ook politieke macht verwerft. Groeiende ongelijkheid en toenemende onvrijheid zijn het gevolg. Speculatie door de elite, die haar geld steeds minder in productie investeert en steeds meer in financiële markten en het verwerven van politieke invloed, luidt uiteindelijk de fase van economisch verval in met als gevolg dat de markteconomie verdwijnt. Het is onwaarschijnlijk dat onze huidige markteconomie hieraan ontkomt.

Bron: Universiteit Utrecht/uu.nl

Cookieinstellingen