De soa’s als wiskundig model

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Het hebben van meerdere partners tegelijkertijd kan substantieel bijdragen aan een soa-epidemie. Dat lijkt een open deur. Maar anders dan bijvoorbeeld de griep waar in beginsel elk contact de boosdoener kan zijn, is het sleutelwoord bij de soa de ‘relatiestructuur’. Promovendus Ka Yin Leung gebruikte wiskundige modellen om te begrijpen wat de invloed is van relatiestructuren, zoals het hebben van meerdere partners tegelijk, op de verspreiding van een seksueel overdraagbare aandoening over een netwerk.

“Soa’s zijn goed in een wiskundig model te stoppen”, legt Leung uit. “Over het algemeen hebben mensen maar een beperkt aantal seksuele relaties, die meestal voor langere tijd blijven. Deze relaties zijn belangrijk om mee te nemen bij het modelleren van de verspreiding van soa’s. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld griep, waarbij je besmet kan worden door iedereen die je in de bus tegenkomt en waar de relatiestructuren minder belangrijk zijn.” Het onderzoek van Leung helpt bij het beter begrijpen van de verspreiding van soa’s, en kan daarmee uiteindelijk bijdragen aan het tegengaan van soa-epidemieën.

Dynamica infectieziekten

Leung gebruikte de door haar ontwikkelde wiskundige modellen om een beter kwalitatief inzicht te krijgen in de impact van relatiestructuren op de verspreiding van soa’s. Ze richtte zich hierbij in het bijzonder op de hiv-epidemie in Afrika bezuiden de Sahara. Uit analyse van de infectieziektendynamica blijkt dat het hebben van meerdere partners tegelijkertijd substantieel kan bijdragen aan een soa-epidemie. Dit theoretische onderzoek levert op zich geen uitspraken op over de concrete situatie van hiv in Afrika bezuiden de Sahara. De belangrijkste bijdrage van Leungs onderzoek is de ontwikkeling van flexibele modellen voor de verspreiding van infectieziekten op dynamische netwerken, en daarmee op termijn een beter begrip van infectieziekten.

Leung promoveert op 27 juni op haar onderzoek, begeleid door epidemioloog Mirjam Kretzschmar (UMC Utrecht en RIVM) en wiskundige Odo Diekmann (Universiteit Utrecht).

Bron: Universiteit Utrecht

Cookieinstellingen