UTRECHT – De vijfde editie van de Jeugdmonitor Utrecht (JMU) laat zien dat Utrechtse leerlingen uit groep 7 en 8 van het basisonderwijs steeds positiever zijn over hun gezondheid. Dit geldt vooral voor leerlingen met een niet-autochtone achtergrond in de wijken Noordwest, Overvecht en Zuidwest.
Ruim 2700 leerlingen van 42 scholen in de stad hebben een vragenlijst ingevuld over hoe zij hun gezondheid, leefstijl, leefomgeving en vrijetijdsbesteding ervaren. Dat meldt gemeente Utrecht.
Gunstige trends
Ook andere trends zijn gunstig. Het aantal leerlingen met veel lichamelijke klachten daalt. Kinderen ontbijten regelmatiger, eten vaker dagelijks fruit en zijn positiever over de buurt waar ze wonen. Minder gunstig is dat sinds 2009 het aantal leerlingen met symptomen van faalangst toeneemt. Met name niet-autochtone leerlingen zijn vaker bang om iets verkeerd te doen, en maken zich zorgen of de dingen die zij moeten doen wel gaan lukken.
Leerlingen die opgroeien in gezinnen met een lagere welvaart scoren op meerdere thema’s minder goed. Zij ervaren vaker problemen thuis, worden meer gepest en voelen zich minder veilig in de openbare ruimte. Ook tussen leerlingen met verschillende sociaal-culturele achtergronden zijn verschillen zichtbaar, al blijkt uit deze Jeugdmonitor blijkt dat de verschillen op de thema’s voeding en gezondheid zijn verminderd.
Digitale leefwereld
Nieuw in deze editie van de Jeugdmonitor zijn vragen over de digitale leefwereld en de thuissituatie van leerlingen met een chronisch ziek familielid. Ruim een derde van de leerlingen heeft het afgelopen jaar een negatieve ervaring op het internet gehad. Bijna de helft van de leerlingen met een chronisch ziek gezinslid heeft extra taken thuis, zoals schoonmaken of zorgen voor broertjes en zusjes.
Bron: Nationale Onderwijsgids
