UTRECHT – Honderden gezinnen gingen de uitdaging aan om honderd dagen geen restafval te produceren. Uit een project, mede opgezet door prof.dr. Ernst Worrell en twee van zijn studenten, blijkt dat dit mogelijk is.
Het project werd opgezet door onder andere afvalverwerkingsbedrijf ROVA, hoogleraar Energie & Grondstoffen Ernst Worrell en twee van zijn studenten, Bas van Zuijlen en Robert Orzanna. Voor de twee studenten was dit ook een groot onderdeel van hun masterscriptie, vertelt Bas van Zuijlen. Hoewel het niet alle gezinnen is gelukt om honderd dagen lang helemaal restafvalvrij te blijven, heeft het een heleboel nieuwe inzichten opgeleverd. Bas: “Gemiddeld gooit elke Nederlander per jaar ruim tweehonderd kilo restafval weg. Uit het project blijkt dat je dit kan reduceren tot 23 kilo per persoon per jaar.”
Voorkomen is beter dan genezen
Veel afval dat als restafval wordt weggegooid kan in Nederland gewoon gerecycled worden, maar veel mensen doen dat nog niet. Toch kan niet alles hergebruikt worden. “Omdat voorkomen beter is dan genezen, is het slim om tijdens de boodschappen al te letten op verpakkingsmateriaal”, vertelt Bas. “Kies bijvoorbeeld eerder voor een volledig plastic verpakking dan een plastic verpakking met een laagje aluminiumfolie.”
Zeventig procent minder voedselverspilling
Het project zorgde niet alleen voor betere inkoop en minder afval, maar ook voor minder voedselverspilling. “De deelnemers van het onderzoek gooiden ongeveer zeventig procent minder voedsel weg”, vertelt Robert Orzanna. “Ook was er minder voedsel in het restafval te vinden en werd het veel beter gescheiden. Het 100-100-100-project heeft daarmee bewezen dat er veel potentie zit in het verminderen van voedselverspilling.”
Blijvend effect
Voor beide studenten is duurzaam omgaan met afval niet nieuw. “Ik was al bewust bezig met het scheiden van mijn afval”, vertelt Bas. “Maar door dit project nog veel meer.” Ook bij Robert heeft het een positief, blijvend effect gehad. “Door het project ben ik nu nog meer bezig met oplossingen bedenken tegen voedselverspilling. Dit vertel ik tegen iedereen en hoop dat het bij anderen ook een blijvend effect heeft”, besluit hij.
