Europese subsidie toegekend aan onderzoek naar 19e-eeuwse toverlantaarnplaten

Toverlantaarnplaten
Toverlantaarnplaten
Foto: Historisch Museum Deventer

UTRECHT – Een toverlantaarn, het klinkt sprookjesachtig. En dat is deze voorloper van de diaprojector tot op zekere hoogte ook wel. Zeker met de fraaie doorzichtige afbeeldingen die hiermee kunnen worden geprojecteerd. In de negentiende eeuw was de toverlantaarn het meest relevante medium voor visueel vermaak en onderwijs.

Veel bibliotheken en musea hebben duizenden toverlantaarnplaten in hun collecties, maar een standaardprocedure voor de documentatie en conservering ervan ontbreekt. Dit beperkt de toegankelijkheid van deze objecten voor onderzoekers en andere belangstellenden. De toverlantaarn wordt op deze manier ook niet erkend als relevant cultureel erfgoed. De komende drie jaar zullen de Utrechtse onderzoekers Dellmann, Kessler en onderzoekers van de universiteiten van Antwerpen, Exeter, Girona en Salamanca daarom een standaard ontwikkelen voor de beschrijving en documentatie van toverlantaarns.

Kennisoverdracht via duizenden beelden

De standaardprocedure moet uiteraard voldoen aan de eisen van musea, bibliotheken, archieven en universiteiten. Daarom werken de onderzoekers samen met diverse instellingen op het gebied van cultureel erfgoed, zoals het EYE Filmmuseum te Amsterdam. De lantaarnplaten uit de collecties van de coöperatiepartners worden gedigitaliseerd en met metadata voor verder onderzoek beschikbaar gesteld.

Kessler en Dellmann zullen de artefacten vanuit een mediahistorische en wetenschapshistorische invalshoek benaderen en onderzoeken hoe de platen ingezet werden om kennis over te dragen. Verder onderzoeken ze in de deelprojecten:

  • het gebruik van lantaarnplaten door educatieve verenigingen;
  • de organisatie van populariserende en spectaculaire opvoeringen in theaters en sterrenwachten;
  • en modellen voor de classificatie van de verschillende typen voorstellingen;
  • ​In samenwerking met kunstenaars en filmmakers produceren de onderzoekers ook voorbeelden voor creatief hergebruik van de duizenden, negentiende-eeuwse beelden.
Sarah Dellman
Sarah Dellman

Dr. Sarah Dellmann zal als postdoc-onderzoeker actief zijn binnen het project. De aanvraag voor dit project kwam voort uit het netwerk dat zij heeft opgebouwd tijdens haar promotieonderzoek naar de beeldvorming van Nederland en Nederlanders.

 

Frank Kessler
Frank Kessler

Het project wordt geleid door prof.dr. Frank Kessler, hoogleraar Film- en Televisiegeschiedenis. Zijn onderzoek is vooral gericht op de vroege cinema, in het bijzonder de vroege non-fictie film, het genre van de feeërie en de lichamelijke expressie van de acteurs. De vroege non-fictie film is tevens een centraal onderwerp van het project ‘The Nation and Its Other’.

 

Cookieinstellingen