Blended learning vereist andere aanpak van docent én student

UTRECHT – Ook in het onderwijs zijn de ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologieën (ICT) in rap tempo gaande. Zo kan men tegenwoordig een deel van de opleiding in de klas volgen (face-to-face of contactonderwijs) en een ander deel thuis of via een open leercentrum met behulp van afstandsonderwijs. Deze onderwijsvorm, blended learning genaamd, heeft voor zowel docenten als studenten gevolgen wil deze succesvol zijn.

Voor Rob Hoevenaars, docent aan de opleiding tot leraar techniek, is het geven van ‘blended’ cursussen inmiddels gewoon geworden. Hij deed daarnaast onderzoek naar het ontwerpen van onderwijs, gebaseerd op de principes van blended learning. Het blijkt dat niet alleen de docent zijn onderwijs anders moet ontwerpen, maar dat ook de student anders moet studeren.

​Het ontwerpen van onderwijs op basis van blended learning vraagt uiteraard om een andere kijk op het gebruik van ICT, maar ook om het vormen van een andere didactische strategie, type leeromgeving en een andere communicatie. Docenten moeten nadenken over hun rol en ‘presence’ in de verschillende leeromgevingen van een blended cursus. “Zichtbaarheid van de docent, ook online, wordt als belangrijk ervaren,” zegt Rob Hoevenaars hierover. “De rol van de docent verschuift daarnaast van inhoudelijk deskundige naar coach en moderator. En dat betekent ook dat hij enige autoriteit moet loslaten”.

Deep learners en surface learners

Voor studenten heeft blended learning gevolgen voor hun autonomie, motivatie, flexibiliteit, sociale verbondenheid en eigenaarschap van het leerproces. Er zijn grofweg twee studenttypen te onderscheiden waarmee het blended onderwijsontwerp rekening dient te houden: de ‘deep learners’ en de ‘surface learners’. Deep learners zijn intrinsiek gemotiveerd en zijn eigenaar van hun leerproces. Ze zijn primair gericht op ‘learning outcomes’. Blended onderwijs volgen gaat de deep learners vaak goed af. Surface learners daarentegen zijn meer gericht op “het halen van de toets”. Voor deze groep studenten blijkt het noodzakelijk om gerichte ondersteuning in het blended onderwijsontwerp te verwerken.

Hoevenaars concludeert in zijn onderzoek dat het volgen van blended onderwijs een gedragsverandering van de student vraagt en dat de docent hierop zijn ontwerp én gedrag moet aanpassen. Om blended learning succesvol te laten zijn op de gehele faculteit is afstemming komen in docententeams en erkenning in beleid noodzakelijk. Daarbij moet er wel op worden gelet dat een blended onderwijsontwerp niet verwordt tot een afvinklijst met leeractiviteiten. Of alleen maar leidt tot een mooiere leeromgeving; het ontwerp moet vooral afgestemd zijn op de doelgroep. Tot slot doet Hoevenaars de aanbeveling om onderscheid te maken tussen blended onderwijsontwerp voor voltijd- en deeltijdstudenten, omdat deep learners vaker te vinden zijn onder deeltijdstudenten dan onder voltijdstudenten.

Cookieinstellingen