Vordering inzage ’trambeelden’ afgewezen

Foto: Mario Gibbels

In januari van dit jaar heeft een slachtoffer van de schietpartij in en rond de Utrechtse tram op 18 maart 2019 een kort geding aangespannen tegen de Staat. Het slachtoffer eiste dat het Openbaar Ministerie hem integraal inzage zou geven in alle beelden die door camera’s in de tram zijn gemaakt. Het Openbaar Ministerie had de eiser alleen de beelden laten zien waarop hij en de verdachte zijn waar te nemen. Dat is overigens al gebeurd voordat het kort geding werd aangespannen.

Het Openbaar Ministerie is van mening dat beelden uit de tram waar de eiser niet op staat, ook niet aan hem getoond hoeven te worden. Het betreft hier zeer emotionele en vaak gruwelijke beelden. Het is voor de andere slachtoffers en voor de nabestaanden onwenselijk dat deze beelden waarop zij zelf of hun omgekomen dierbaren te zien zijn, gedeeld worden met anderen zonder dat daar een zwaarwegend belang voor is. Op deze beelden is geen interactie tussen de verdachte en de eiser te zien.
Naar aanleiding van de kortgedingzitting op 28 januari heeft het Openbaar Ministerie verder overleg gevoerd met de vertegenwoordigers van de eiser. Tijdens dit overleg is duidelijk geworden dat er feitelijk gezien nog beelden zijn van één van de vier camera’s in het achterste deel van het tramstel die de eiser nog niet gezien heeft. Er is bij het laten zien van de beelden namelijk een keuze gemaakt uit de opnames van de verschillende camera’s in de tram die gelijktijdig dezelfde momenten vastlegden. Daarbij is gekozen voor de camera die de interactie tussen eiser en verdachte het duidelijkst in beeld bracht. De nog niet gedeelde beelden betreffen dus opnamen van een camera die een al getoond moment minder duidelijk heeft vastgelegd. De eiser is aangeboden om ook deze beelden alsnog te bekijken.
Ook heeft het Openbaar Ministerie aanvullend voorgesteld de eiser inzage te geven in een geblurde versie van die opnames in het achterste deel van het tramstel, vanaf het moment dat de verdachte (en kort daarna de eiser) de tram binnenkomt tot het moment dat de verdachte de tram verlaat. Tenslotte is de eiser aangeboden om de gedetailleerde beschrijving van de volledige beelden in zijn moedertaal te vertalen en tot zijn beschikking te stellen. De eiser is niet akkoord gegaan met het voorstel van het Openbaar Ministerie.
Omdat het Openbaar Ministerie en de eiser niet tot overeenstemming zijn gekomen, heeft de kortgedingrechter vandaag uitspraak gedaan. Deze heeft bepaald dat de eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering. Desondanks is de rechter inhoudelijk ingegaan op zijn vorderingen. Naar het oordeel van de rechter heeft eiser geen belang bij het bekijken van meer beelden dan hij al gezien heeft. Hij heeft zichzelf namelijk al van seconde tot seconde in beeld gezien gedurende zijn aanwezigheid bij de aanslag. Er is daarmee voldoende tegemoet gekomen aan zijn belang om de gang van zaken zelfstandig te kunnen reconstrueren.
De rechter benoemt in het vonnis dat het OM van meet af aan coöperatief is geweest en steeds oog heeft gehad voor de belangen van eiser, en ook met de belangen van andere slachtoffers en nabestaanden van slachtoffers. Dit geeft volgens de rechter blijk van de terecht prudente handelwijze van het OM. Het Openbaar Ministerie is tevreden met deze uitspraak.
Vanaf maandag 2 maart zal de strafzaak inhoudelijke behandeld worden. De verdenking betreft vier keer moord met een terroristisch oogmerk, drie keer poging tot moord met een terroristisch oogmerk, zeventien keer bedreiging met een terroristisch misdrijf en één mishandeling. Het feit waarvan de eiser in het kortgeding slachtoffer is geworden, is door het Openbaar Ministerie als bedreiging met een terroristisch misdrijf ten laste gelegd. Deze verdenking is gebaseerd op uitgebreide bestudering van het dossier, waaronder alle in en buiten de tram gemaakte camerabeelden. 

Cookieinstellingen