30 maanden cel voor Utrechtse drugsdealer

Foto: CC0 Public Domain

Een 28-jarige man is door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot 30 maanden cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het handelen in harddrugs. De rechtbank vindt bewezen dat de man tussen 25 april 2014 en 5 april 2018 zich heeft beziggehouden met de handel in cocaïne.

Naar aanleidingen van aanhoudingen van andere verdachten is de politie een onderzoek gestart. Uit dit en eerdere onderzoeken is gebleken dat verschillende drugsdealers werkten onder de schuilnaam Max. Ook verdachte heeft deze naam gebruikt. In het onderzoek is onder andere de dealertelefoon afgeluisterd, zijn sms-berichten onderschept en zijn diverse getuigen gehoord. De man heeft zelf verklaard dat hij cocaïne verkocht tussen november 2017 en april 2018. Uit het onderzoek blijkt echter dat de man zich in de jaren daarvoor ook al bezig hield met het verkopen van drugs. Verschillende getuigen hebben verklaard dat ze al jaren cocaïne kochten van de man en in zijn woning is een telefoon gevonden met daarin berichten uit 2014 van ‘Max’ over de cocaïnehandel.
Op basis van het dossier zijn er aanknopingspunten dat hij ook voor 2014 al drugs verkocht, maar dat is niet wettig en overtuigend te bewijzen. Wel staat het voor de rechtbank vast dat de man deel uitmaakte van een dealergroep waardoor hij ook wordt veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie.
De getuigenverklaringen in het dossier onderstrepen nog maar eens dat drugs schadelijk voor de gezondheid zijn en daarnaast sterk verslavend zijn. De man is door zijn handelen medeverantwoordelijk voor de nadelige effecten die het gebruik van cocaïne veroorzaakt. Daarnaast bevordert de handel en het gebruik ervan criminaliteit wat overlast en gevoelens van onveiligheid voor de maatschappij tot gevolg heeft.
Uit een rapport van de reclassering blijkt dat de man inmiddels  een opleiding volgt en  een baan heeft. De reclassering adviseert de rechtbank dan ook om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan strenge voorwaarden gekoppeld. De advocaat van de verdachte had de rechtbank gevraagd een gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de tijd dat hij al heeft vastgezeten. De rechtbank vindt dat niet passend bij de ernst van de feiten. De gevraagde gevangenisstraf door de officier van justitie – 6 jaar en 11 maanden – vindt de rechtbank, ook gelet op straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd, ook niet passend.

Cookieinstellingen