Twee jonge verdachten, van 18 en 19 jaar uit Utrecht, stonden vandaag samen terecht voor een aantal gewelddadige berovingen in Utrecht. De hoofdverdachte van 19 zou zich schuldig hebben gemaakt aan twee berovingen, een poging beroving en twee maal openlijk geweld. De 18-jarige medeverdachte aan een beroving en een maal openlijk geweld. De officier van justitie eiste vandaag een celstraf van drie jaar tegen de hoofdverdachte. De medeverdachte hoorde een celstraf van twaalf maanden eisen waarvan zes maanden voorwaardelijk. De zaak tegen een derde medeverdachte werd op verzoek van de advocaat aangehouden.
Een van de berovingen vond plaats op 15 februari 2019. Het slachtoffer had die avond de laatste trein gemist in Utrecht en raakte op het Centraal Station in gesprek met drie jongens. Hij was met hen meegelopen en eenmaal in het Molenpark werd hij mishandeld, bedreigd met een mes en beroofd van zijn geld, telefoon en laptop. Op basis van camerabeelden konden de verdachten worden herkend. Bij een doorzoeking in de woning van de hoofdverdachte werden de gestolen spullen deels teruggevonden. Ook werden spullen van een ander slachtoffer gevonden. Op 16 en 18 februari werden de drie verdachten aangehouden.
In het onderzoek kwam zodoende ook een beroving in Park Transwijk op 31 januari 2019 aan het licht. Bij deze beroving werd het slachtoffer bedreigd met een vuurwapen en een taser, hij werd mishandeld en beroofd. Hij werd buitenbewustzijn en deels ontkleed op straat aangetroffen en met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Op basis van diverse beelden, herkenning, tapgesprekken en de vondst van de telefoon van het slachtoffer bij een van de verdachten, kon ook dit misdrijf in verband worden gebracht met twee van de drie jongens, waaronder de hoofdverdachte.
Het derde feit betreft een poging beroving op Hoog Catharijne op 27 januari 2019. Die nacht liep een man na een avondje uit met een aantal collega’s door het winkelcentrum. Een aantal jongens probeerde hem te beroven van zijn portemonnee en telefoon. Hij verzette zich en werd hierbij geholpen door zijn collega’s. Het bleef bij een poging beroving maar de mannen werden wel flink mishandeld. Ook in dit onderzoek werd de hoofdverdachte herkend van camerabeelden.
Tenslotte vond de officier van justitie op basis van beelden en verklaringen bewezen dat de twee zich schuldig hebben gemaakt aan openlijke geweldpleging en mishandeling van drie mannen op Hoog Catharijne op 9 februari dit jaar. De drie mannen werden geslagen en getrapt.
De officier van justitie sprak van ‘zeer ernstige feiten die gevoelens van onveiligheid teweeg brengen, niet alleen bij de slachtoffers maar ook in de samenleving”. Bij twee delicten werd eerst het vertrouwen van de slachtoffers gewekt en vervolgens werden ze niets vermoedend mishandeld en beroofd. Bij zijn strafeis hield de officier rekening met het strafblad van de twee verdachten. Uit hun zwijgende houding over de beroving van 15 februari blijkt niets van spijt zodat daar geen rekening mee kan worden gehouden. Tegen de hoofdverdachte, die een fors strafblad heeft en al veel kansen op hulp en begeleiding heeft gehad, eiste hij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar. Tegen de medeverdachte, die een relatief kort strafblad heeft, voor minder feiten terechtstond en over wie de Reclassering positief heeft geadviseerd, eiste hij een celstraf van twaalf maanden waarvan de helft voorwaardelijk met hierbij voorwaarden als hulp en begeleiding. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.
