De officier van justitie heeft vandaag een celstraf met voorwaarden geëist tegen een 18-jarige Utrechter die verdacht wordt van brandstichting van een auto in de Peltlaan eind 2018, heling van navigatiesystemen, een autokraak en deelname aan een criminele organisatie.
De verdachte maakte deel uit van een groep die opereerde vanuit twee bergingen van leegstaande woningen aan de Rooseveltlaan in de wijk Kanaleneiland. Nadat de woningbouwvereniging aangifte had gedaan van diefstal van de sleutels, kwam de politie de groep op het spoor. Besloten werd de groep te observeren en camera’s te plaatsen. Ook de woningbouwvereniging werkte hier aan mee. Dit bracht aan het licht dat de groep de berging gebruikte als opslagplaats voor gestolen spullen en zich daar voorbereidde op het plegen van misdrijven.
In de maanden oktober tot en met december 2018 waren er meerdere autobranden in Kanaleneiland. Om die reden was er veel politie inzet. Toen er op 29 december een auto in brand werd gestoken aan de Peltlaan, konden de surveillanten twee verdachten volgen tot aan de berging in de Rooseveltlaan. Op camerabeelden van de berging is te zien dat de twee zich iets na tien uur die avond in de berging omkleedden en de berging verlieten met een fles vloeistof en proppen papier. Om iets over half elf waren ze terug; ze hijgden en kleedden zich snel om. De medeverdachte werd toen aangehouden; de verdachte die vandaag voor de rechter stond, werd door de politie herkend. De auto was total loss; de schade bedroeg ruim 13.000 euro.
Naast brandstichting van de auto, wordt de 18-jarige Utrechter ook verdacht van de heling van onder andere navigatiesystemen, een autokraak op 16 oktober 2018 en deelname aan een criminele organisatie. Op basis van alle bewijsmiddelen in het dossier vond de officier van justitie de feiten bewezen. Op de vraag of de 18-jarige verdachte berecht zou moeten worden volgens het jeugdstrafrecht, merkte hij op “Volgens de Reclassering ben je een volwassen jongen. Bovendien toon je je niet ontvankelijk voor pedagogische beïnvloeding. Daarom is er geen reden om je volgens het jeugdstrafrecht te berechten”. Hij hield de verdachte voor dat hij wist van de vele autobranden in de wijk, van de onrust die dit veroorzaakte. Dat hij daar dan toch aan meedeed, is strafverzwarend. Ook benadrukte hij de overlast die de groep veroorzaakte. Sinds de aanhoudingen van leden van deze criminele organisatie zijn de cijfers van vermogensdelicten in de wijk gedaald.
Alles overwegende eiste hij tegen de verdachte een gevangenisstraf van vijftien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk en met een lange proeftijd van drie jaar. Als voorwaarden vroeg hij de rechtbank op te leggen een meldplicht, ambulante behandeling, meewerken aan het vinden van dagbesteding en een contactverbod met de medeverdachte. Ook moet de schade van de eigenaar van de auto worden vergoed, een bedrag van ruim 13.000 euro. De rechtbank doet over twee weken uitspraak in deze zaak. De zaak tegen de medeverdachte, die gezien wordt als een van de leiders van de criminele organisatie, staat gepland voor 14 juni.
Lees ook:
Heterdaad aanhouding autobrand Kanaleneiland
