Utrechter veroordeeld voor tonen geslachtsdeel

Foto: Mario Gibbels

Een 45-jarige man uit Utrecht is door de rechtbank Midden-Nederland vrijgesproken van ontucht met een cliënt. De man werkte als vrijwillige begeleider bij een sociale werkplaats in Utrecht. Er is niet genoeg bewijs dat de man haar op zijn boot op het Eemmeer zou hebben aangerand of ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd. De man is wel schuldig aan het tonen van zijn geslachtsdeel aan het slachtoffer.

Het slachtoffer, een cliënt van de man, heeft een verklaring afgelegd. Om tot een bewezenverklaring te komen moet de verklaring van de vrouw worden ondersteund met overig bewijs. Dit ontbreekt. Het e-mail en WhatsApp-verkeer tussen de man en het slachtoffer is onvoldoende concreet en expliciet ter ondersteuning van de slachtofferverklaring. Ook drie getuigenverklaringen vormen geen extra bewijs omdat het slachtoffer zelf de bron is van die verklaringen. In het dossier is daarmee onvoldoende wettig bewijs waardoor de man moet worden vrijgesproken van aanranding en ontucht.
De rechtbank veroordeelt de man wel voor schennispleging. De man heeft de vrouw, een cliënt die aan zijn hulp en zorg was toevertrouwd, meegenomen op een boottocht op het Eemmeer. Tijdens de tocht heeft de man zijn kleren uitgetrokken en werd het slachtoffer geconfronteerd met zijn ontblote geslachtsdeel. De man weet dat het ongebruikelijk, en zelfs ongewenst is, om buiten werktijd met cliënten om te gaan. Zijn gedrag wordt bestempeld als seksueel onfatsoenlijk gedrag. De man heeft gehandeld op een wijze die kwetsend is voor een normaal ontwikkeld schaamtegevoel. Hij heeft de vrouw hier, letterlijk, aan blootgesteld. De rechtbank veroordeelt de man tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van twee jaar.

Cookieinstellingen