‘Tegenwoordig gaat het over de impact van tentoonstellingen’

Foto: Mario Gibbels

Het Centraal Museum wil niet alleen op de samenleving reflecteren maar ook, samen met bezoekers en kunstenaars, actief een bijdrage leveren aan een verandering daarvan. Dat staat in het nieuwe meerjarenbeleidsplan, vertelt directeur Bart Rutten. ‘We stellen eens in de vier jaar een nieuw meerjarenbeleidsplan vast en daarin formuleren we wat we als museum de komende vier jaar willen bereiken. Dat doen alle culturele instellingen in Utrecht en op basis daarvan ontvangen we geld van de gemeente.’

‘Het is een goed moment’, vertelt Rutten, ‘om als museum stil te staan bij de vraag wat we de afgelopen vier jaren bereikt hebben en wat we de komende vier jaar willen bereiken. In de missie van ons vorige meerjarenbeleidsplan wilden we de blik van de bezoeker verruimen en aanzetten tot reflectie. Mensen moesten in het museum iets meer leren dan tijdens een bezoek aan de Efteling. Maar het was nog wat vrijblijvend. Daarom zeggen we in onze nieuwe missie dat we in dialoog met mensen buiten het museum willen bouwen aan een nieuwe cultuur. Dat klinkt heel verheven maar dat heeft onze tijd nodig, vinden we. Denk maar aan de discussies over het klimaat en identiteit. Er is van alles aan de hand in de maatschappij en wij denken dat het museum een goed podium kan bieden om dit soort gesprekken zorgvuldig te voeren. In kranten en op tv zoeven dat soort discussies voorbij maar in het museum duurt een tentoonstelling vier à vijf maanden en kun je nog eens terugkomen om je mening aan te scherpen. Ik hoor het mezelf zeggen en dit klinkt allemaal heel idealistisch maar wij denken dat een gesprek over kunst veel kan betekenen voor de samenleving.’
Daarom wil het Centraal Museum ook veel meer mensen van buiten betrekken bij de exposities van het museum. Een van de middelen daarvoor is de Kenniscentrale, vertelt Rutten. ‘Daarbij vragen we een aantal mensen uit het veld om mee te denken over de exposities. En dat zijn dan niet per se mensen van dezelfde leeftijd of achtergrond als die van ons. Dat heeft er onder meer toe geleid dat bij de huidige expositie Op scherp we werken hebben opgenomen van de Amerikaanse kunstenaar Barkely. L Hendricks.’

Sparringpartner
En naast de Kenniscentrale heeft het Centraal Museum ook nog een Stadsredactie waarin mensen zitten uit wijken die niet vanzelfsprekend naar het museum gaan. ‘Het is een soort sparringpartner’, zegt Rutten, ‘die we betrekken bij de evaluaties van de exposities. Voor het nieuwe beleidsplan gaan we ook een adviesgroep oprichten vanuit de jongere doelgroep. Want als je naar de stad kijkt, dan behoor ik al tot de oudere bewoners. Terwijl we juist de wat jongere Utrechters, van tussen de 25 en 45 jaar, naar binnen willen halen.’

Hoe komt zo’n nieuwe missie tot stand?
‘Zo’n missie komt tot stand in samenspraak met heel veel mensen. Allereerst natuurlijk de directie, ik en zakelijk directeur Marco Grob. Maar ook het managementteam en de conservatoren denken mee. En het wordt getoetst en geadviseerd door de raad van toezicht. Een woord dat je in dit verband de laatste 25 jaar overal in de sector hoort is het begrip impact. Voorheen ging het over het aantal sterren bij recensies in de krant en bezoekcijfers, tegenwoordig gaat het over de impact van tentoonstellingen. En dat wordt dan ook gemeten door onderzoeken. Het is een begrip uit de commerciële sector. Er wordt dan gekeken naar wat je terugziet van tentoonstellingen op bijvoorbeeld social media, hoe erover wordt gesproken. Je hoopt uiteindelijk dat mensen aangeraakt zijn door een tentoonstelling, dat ze er nog over nadenken als ze naar huis fietsen of als ze onder de douche staan.’
De nieuwe missie zie je volgens Rutten al terug in de nieuwe vaste tentoonstelling van het Centraal Museum. ‘Daar hangt bijvoorbeeld een werk van Marleen Dumas waarop dwergen naar het naakte lichaam van Sneeuwwitje kijken. Ook is het portret van de schilderes Margareta Maria de Roodere en haar ouders van Gerard van Honthorst te zien. Van haar zelf is geen enkel werk bewaard gebleven. Deze werken vormen een goede aanleiding om het over de genderdiscussie te hebben. Want het waren mannen die eeuwenlang de cultuurgeschiedenis hebben bepaald.’
Rutten benadrukt dat het echter niet de bedoeling is dat een kunstwerk alleen maar een illustratie is van een bepaalde boodschap. ‘Het moet een dialoog zijn. Bij een kunstwerk kun je verschillende aspecten onderscheiden. Je hebt het meesterschap van de kunstenaar, de verbeelding van bijvoorbeeld een bijbelse boodschap, de studie van een landschap. Je hebt zoveel invalshoeken bij een kunstwerk. Uiteindelijk vieren we in het museum de kracht en de schoonheid van de kunst en tegelijkertijd is kunst ook een vehikel om vragen te stellen.’

Cookieinstellingen