‘Ze stonden altijd op die schilderijen maar we zagen ze nooit’

Foto: Joyce Vlaming

In het Centraal Museum is momenteel de tentoonstelling Act II, 12 Portraits van Joyce Vlaming te zien. Vlaming haalt op deze tentoonstelling de zwarte bijfiguren op historische 17de- en 18de-eeuwse schilderijen naar voren.

Vlaming is al in 2011 met dit project begonnen, vertelt ze. ‘Ik ben in 2010 met een masterstudie fotografie begonnen in Breda en heb mijn master beeldende kunst in Amsterdam afgerond in 2014. Bij beide studies had ik internationale klasgenoten. Ik was op een gegeven moment zelfs de enige Nederlandse student. Die internationale studenten stelden me allemaal vragen over onder meer de Zwarte Pieten-discussie. En dat zette me aan het denken. Hoe zit het eigenlijk met onze koloniale geschiedenis? Daar wist ik niet zoveel van. Ik heb toen besloten om daar een project van te maken.’

Wat was de insteek van het project?
‘Ik vond de catalogus van de tentoonstelling Black is Beautiful die in 2008 plaats had gevonden in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Daar werd aandacht besteed aan zwarte mensen in de kunst. Ik heb toen via de mail contact gezocht met een onderzoekster die aan de tentoonstelling had meegewerkt. Die heeft me toen geadviseerd om te gaan kijken op de website van het RKD, het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Daar ben ik toen gaan zoeken naar koloniale woorden zoals ‘neger’ en ‘moor’. Dat leverde een hele lijst van schilderijen op. In het najaar van 2011 heb ik toen voor het eerst bij mensen thuis en in een kasteel verschillende schilderijen met zwarte bijfiguren gefotografeerd. Waarbij ik me concentreerde op de bijfiguren en op de omgeving van de schilderijen.’

Wat wil je daar mee bereiken?
‘Ik ben in 2014 afgestudeerd in de beeldende kunst met de tentoonstelling ‘Iridescence’ in Huize Frankendael. Die tentoonstelling ging over westerse ideeën over kleur en perceptie, onder andere in relatie tot ons koloniaal verleden. Daar hing toen ook al een van de werken die nu in het Centraal Museum hangt. Ik vroeg me toen al af hoe ik hier op een goede manier mee kon omgaan. Het vraagt om een goede uitleg, het is een onwijs complex onderwerp. Ik heb de afgelopen jaren geprobeerd mij zoveel mogelijk in dit onderwerp te verdiepen en heb ook met veel mensen erover gesproken. Dat heeft me wel een paar jaar gekost om daar goed uit te komen. Ik hoop dat deze tentoonstelling mensen bewust maakt van een geschiedenis waar niet altijd even veel aandacht voor is geweest.’

Waren al deze zwarte bijfiguren ‘slaven’?
‘Ik denk het wel maar ik weet het niet zeker. De band om de nek van de geportretteerden verwijst daar wel naar. De schilderijen die ik gebruikt heb dateren uit de 17e en 18e eeuw, voor de afschaffing van de slavernij. Echter op Nederlands grondgebied was de slavernij verboden, dat gold echter niet voor de koloniën. Maar het is moeilijk om daar harde uitspraken over te doen omdat we er nog niet genoeg over weten. Daar moet meer onderzoek naar gedaan worden. Er waren in ieder geval ook vrije zwarte mensen in Amsterdam in die tijd. Dat weten we in ieder geval wel.’

Wat heb je tot nu toe gevonden?
‘Het is best schokkend wat je uiteindelijk vindt. Over de witte familie die op het schilderij is afgebeeld is heel veel bekend en dan staat er nog helemaal onderaan dat er ook een ‘neger’ en hond op het schilderij zijn afgebeeld.’

Werkte het ook statusverhogend als je een zwarte jongen op het schilderij liet afbeelden?
‘Ja, zo’n zwarte bediende had met status te maken. In het boek Cupido en Sideron Twee Moren aan het hof van Oranje van Esther Schreuder wordt bijvoorbeeld het verhaal verteld over twee zwarte bedienden aan het hof van stadhouder Willem V. De twee jongens waren vermoedelijk een presentje van de West-Indische Compagnie aan stadhouder Willem V. Mijn onderzoek is echter vooral ook visueel. Ik wil deze jongens onder de aandacht brengen. Ze stonden altijd op die schilderijen maar we zagen ze nooit. Al moet ik er gelijk bij zeggen dat dit vanuit een wit perspectief is geredeneerd. Zwarte mensen kunnen ze wel hebben gezien.’

Je probeert ook de namen van de zwarte bedienden te achterhalen?
‘Ja, ik werk daarbij samen met Annemieke van der Vegt. Zij kwam er een aantal jaren geleden achter dat ze afstamt van een zwarte bediende die Christiaan werd genoemd. Op de website www.hoeheettechristiaan.nl houdt ze een onderzoeksdagboek bij van haar zoektocht. Christiaan heeft diverse documenten nagelaten, en zo is Annemieke al veel over hem te weten gekomen. Ik heb Annemieke vorig jaar benaderd en zij heeft me geholpen bij mijn onderzoek. We hebben toen samen besloten om tijdens de tentoonstelling vijf zwarte bedienden te selecteren waarvan de naam nog niet bekend is. Voor elke bediende hebben we een pagina gemaakt op Annemieke haar website die we overal kunnen delen met een oproep. We hebben het project “Nog Onbekend” genoemd en we hopen het te kunnen gaan veranderen in “Bekend”. Als we iets bijzonders vinden, dan voegen we die informatie toe aan de tentoonstelling.’

Waar duidt de titel van de expositie op?
Act II komt uit de toneelwereld. Het duidt op de tweede akte van een drie-akter; de confrontatie met het erfgoed uit onze koloniale geschiedenis en hoe we hier meer om moeten gaan.’

Komt er nog een vervolg?
‘Ik heb nog geen concrete plannen maar het zou fantastisch zijn als deze tentoonstelling straks nog op andere locaties kan worden getoond. Ik hoop daar de komende tijd over in gesprek te kunnen.’

Cookieinstellingen