Van Goghs in het Centraal Museum

Sous-bois
Sous-bois
Foto: Centraal Museum

Het Centraal Museum Utrecht bezit zeven Van Goghs. Vijf schilderijen en twee tekeningen. Een schilderij, Tegen de avond uit 1885, is een anonieme schenking uit 1963. De zes andere werken zijn allen afkomstig uit de uitgebreide Van Baaren collectie.

De Van Baaren collectie is tussen 1925 en 1964 bijeengebracht door Josephina en Lambertus van Baaren, vertelt Marije Verduijn, hoofd Collectiebeheer van het Centraal Museum. De verzameling bestaat voornamelijk uit Nederlandse en Franse schilderijen uit de laat 19e en vroeg 20e eeuw. Verduijn: “In de samenstelling van de collectie van broer en zus Van Baaren is de invloed van kunstpedagoog Henk Bremmer, die onder andere ook mevrouw Kröller-Müller adviseerde bij het samenstellen van haar collectie, duidelijk zichtbaar.”
In 1967 werd in het voormalig woonhuis van Josephina en Lambertus van Baaren op de Oude Gracht 317 het museum Van Baaren geopend. Door de tegenvallende bezoekersaantallen werd het museum echter alweer vrij snel gesloten en de Van Baaren collectie is in 1980 in bruikleen gegeven aan het Centraal Museum. Verduijn: “In het Centraal Museum is een wisselende selectie van de werken uit de Van Baaren collectie te zien in de hiervoor ingerichte Van Baaren Zaal. De van Gogh-schilderijen worden afgewisseld met werken van onder meer Courbet, Mondriaan en Israels. Het laat zien hoe uitgebreid de collectie is.”
Onderdeel van de Van Baaren collectie zijn vier schilderijen en twee tekeningen van Vincent van Gogh. De schilderijen en tekeningen zijn gemaakt tussen 1881 en 1887. Het oudste werk is het Harkend meisje uit 1881. Van Gogh was eind april 1881 teruggekeerd vanuit Brussel naar het ouderlijk huis in Etten. Hij oefende zich in die periode in het maken van figuurstudies, vaak buiten op het land.
In december 1881 vertrekt Van Gogh naar Den Haag waar hij een bescheiden atelier inricht. Hij blijft tot september 1883 in Den Haag. In 1882 maakt hij het Diaconniemannetje uit de Van Baaren collectie. Op 19 september 1882 schrijft hij zijn vriend de schilder Anthon van Rappard dat hij een man uit het Oudemannenhuis te poseren heeft gehad. En in een brief van 23 september 1882 aan Van Rappard schrijft hij dat hij druk bezig is met tekeningen van een ‘weesman’, ‘zooals hier de diakoniemannetjes genoemd worden in de wandeling’.
In september 1883, vlak voordat hij naar Drenthe vertrekt, maakt Van Gogh het schilderij Schemering (Oude boerderijen te Loosduinen) uit de Van Baaren collectie. Het is een olieverfschilderij op papier op paneel.
In december 1883 keert Van Gogh weer terug naar Nuenen, waar hij gaat wonen bij zijn ouders die in juni 1882 naar Nuenen verhuisd waren. Hij blijft daar tot en met november 1885 en schildert in 1884 het Stilleven met kruik, een olieverfschilderij op doek, geplakt op paneel.
De twee topstukken in de Van Baaren collectie zijn volgens Verduijn het Stilleven met stenen bak met peren uit 1885 en Sous-bois uit 1887. In 1887 verblijft Van Gogh in Parijs. Zelf vindt Verduijn Sous-bois, struikgewas, het mooiste werk. In die tijd zijn in Parijs nieuwe stijlen aan het ontstaan. Van Gogh ging de nieuwe techniek het pointillisme uitproberen en Sous-bois is daar een mooi voorbeeld van.

Sous-bois
Cookieinstellingen