Utrecht 50 jaar terug: een nieuw museum voor kerkelijke kunst

Foto: UN

Tijdens een persconferentie in het Centraal Museum – ter gelegenheid van de tentoonstelling Kunstschatten uit het Bisschoppelijk Museum van Haarlem – ontvouwde de directeur van het Aartsbisschoppelijk Museum, dhr. P.R.A. Bouvy, de plannen voor een nieuw museum voor kerkelijke kunst in Utrecht. Dat meldt het Utrechts Nieuwsblad op vrijdag 1 september 1967.

Het nieuwe museum zal gehuisvest worden in het Catharijneconvent en het Catharijnegasthuis. Met de restauratie, inrichting en conservering zal een bedrag van ongeveer twee miljoen gulden gemoeid zijn. De gemeente en het rijk zullen hierin voorzien.

Reden voor het nieuwe museum is in de eerste plaats omdat de eigen collectie van het Aartsbisschoppelijk Museum, die is ondergebracht is in het Centraal Museum, ‘zeer onvoldoende’ tentoongesteld kan worden. Tweede reden is dat de Utrechtse collectie samengevoegd zal worden met de collectie van het bisdom Haarlem, de collectie van de Oud-Katholieke kerk en de verzameling van de familie Brom. De totale verzameling is zo uitgebreid dat een nieuw museum noodzakelijk wordt geacht. Door het samenvoegen van de verschillende verzamelingen is men in staat de cultuurgeschiedenis van de Nederlandse kerkprovincie in beeld te brengen. Het samenbrengen van de collecties betekent dat zeker driekwart van het totale bezit aan kerkelijke kunst in Nederland in Utrecht geconcentreerd zal zijn.

Bovendien vullen de de Haarlemse en Utrechtse verzameling elkaar goed aan. , terwijl in Haarlem juist de renaissance en barok goed vertegenwoordigd zijn.

Dhr. Bouvy en zijn staf vinden dat het accent in de eerste plaats moet liggen op de geschiedenis en niet op de kunst. Aan de hand van originele kunstwerken, voorzover noodzakelijk aangevuld met foto’s en maquettes, zullen de belangrijkste gebeurtenissen van de kerkelijke geschiedenis van Nederland belicht worden.

De hoofdingang van het nieuwe museum zal aan de Nieuwe Gracht 63 komen, in het voormalige Catharijnegasthuis. Het Catharijnegasthuis en het Catharijneconvent zullen door middel van een gang met elkaar verbonden worden.

In het Catharijneconvent denkt men de middeleeuwse en renaissance-collectie onder te brengen, terwijl de barok, de negentiende en twintigste eeuw in het huis aan de Nieuwe Gracht een plaats zullen vinden.

Het zal nog wel even duren voordat het museum open gaat. Eerste de toestemming van de gemeenteraad, dan de technische uitwerking van de plannen, het verzamelen van de benodigde gelden en tenslotte de inrichting. Als het museum voor 1970 werkelijkheid geworden is, zal dit alle verwachtingen overtreffen.

Cookieinstellingen