Stadsdichter Hanneke van Eijken brengt ode aan mensen van Utrecht Sciene Park

Foto: Utrecht Science Park

Ter ere van World Poetry Day brengt Hanneke van Eijken, stadsdichter van het Utrechts Stadsdichtersgilde, in Hoe het licht valt een ode aan alle mensen die in het Utrecht Science Park leven, werken en studeren. Een buiging van poëzie voor het afgelopen jaar.

Hanneke van Eijken: “Hoe het licht valt is een ode aan alle mensen die in het Utrecht Science Park leven, werken en studeren. Het ‘licht’ is een verwijzing naar de wetenschap, het licht van de ‘zon der gerechtigheid’ van de Universiteit Utrecht, maar ook het licht dat ligt opgeslagen in onze botten, onze DNA structuur. In een jaar met lege collegezalen, volle IC’s, zorgmedewerkers, dierverzorgers, wetenschappers en ondernemers die gedwongen werden om onder moeilijke omstandigheden te blijven werken en studeren is dit gedicht een ode, een buiging van poëzie, een vogel die zingt voor alle mensen die in het Utrecht Science Park al een jaar lang thuiswerken, hard bezig zijn met de een brug slaan tussen heden en onze toekomst. En niet in de laatste plaats ook voor alle patiënten die het afgelopen jaar afhankelijk waren van goede zorg.”
Hanneke van Eijken is dichter en universitair docent en onderzoeker aan de vakgroep Europees recht aan de Universiteit Utrecht. Ze is gespecialiseerd in Europees burgerschap, migratierecht en constitutionele processen in de EU. Hanneke publiceerde eerder ‘Papieren veulens’ (2013) en ‘Kozijnen van Krijt’ (2018) bij Uitgeverij Prometheus. In 2021 schreef Hanneke het CrU Poëzieweekgeschenk ‘Waar slaap van gemaakt is’. Hanneke ontving voor haar werk de Lucy B. en C.W. Van der Hoogtprijs en het C.C.S. Cronestipendium. Ze is een van de stadsdichters van het Utrechts Stadsdichtersgilde.

Hanneke schreef het gedicht Hoe het licht valt op verzoek van Stichting Utrecht Science Park ter ere van World Poetry Day op 21 maart 2021. Hanneke draagt het gedicht voor in de bijbehorende Hoe het licht valt video

Hoe het licht valt

Wat verdwijnt als schaatslijnen op ijs, ligt gegrift in onze botten

het licht dat we een leven lang vingen

in onze haren, op onze huid

hoe meten we de dagen die ons door de lente droegen

de zwaartekracht van een jaar

hoe klinkt de echo van ons bestaan
hoe delen cellen tot weefsel, de toekomst

die hier om de hoek kijkt, alsof we tijdreizigers zijn?

hier worden ontdekkingen geboren naast de wieg van de dood

naast de vertakkingen van wat we weten

de wortels van leven

je vangt data zoals eerste sneeuw zonder wanten

zorgt dat longen kunnen groeien,

je legt een hand op een kinderwang

een klein teken in de tijd

ik stuur je een zacht applaus

als vallende vloksneeuw in een binnentuin

ik stuur je een geschreven vogel die voor je zingt

Cookieinstellingen