Op donderdag 12 maart 1964, om 15 uur, zal de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, mr. Th. H. Bot, ’t nieuwe transitorium en het provisorium van de Utrechtse rijksuniversiteit openen. In een van de collegezalen zal de minister deze eerste gebouwen van het nieuwe universiteitscentrum De Uithof inwijden door een knop in te drukken van een der televisietoestellen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op dinsdag 10 maart 1964.
Voor deze handeling zal de minister al een heel programma hebben afgewerkt. Om 10 uur arriveert hij namelijk bij het analytisch chemisch laboratorium aan de Croesestraat 77a. Later op de dag zal hij nog een bezoek brengen aan het Academisch Ziekenhuis.
Het transitorium van de rijksuniversiteit is al twee maanden geleden door hoogleraren, assistenten en studenten in bezit genomen. Sinds januari wordt er in de collegezalen al gedoceerd. Natuurkunde, wiskunde en sterrenkunde. Het transitorium, dat een doorgangshuis zal worden, heeft als eerste bewoners de wis- en natuurkundige faculteit gekregen en wel met name door door die studenten die nog met de prekandidaatsstudie bezig zijn. Voor deze groep was het ruimtegebrek in de stad het nijpendst. Wanneer straks het definitieve gebouw voor de wis- en natuurkundige faculteit gereed zal zijn zal een andere faculteit in het transitorium komen.
Docenten en studenten zijn zeer in hun schik met het nieuwe gebouw dat al van verre opvalt door zijn lengte. Het transitorium is namelijk 180 meter lang. Om de grote gang, die bedoeld is om de studenten in de gelegenheid te stellen zich te vertreden, zijn 6 grote praktikumzalen, 3 collegezalen, enkele kleinere praktikumzalen, stafkamers, kantines en werkplaatsen gegroepeerd.
De collegezalen behoren tot de meest moderne. Zij hebben ieder hun eigen naam gekregen, afhankelijk van de kleur der stoelen die in de zaal staan. In de blauwe zaal is plaats voor 275 studenten, de andere zijn iets kleiner.
Iedere zaal heeft enkele televisietoestellen, die het de docent mogelijk maken zijn les met voorbeelden zo te verduidelijken dat het tot achterin de zaal goed zichtbaar is. Nu al is men vol lof over de geluidsisolatie. Wanneer de deuren gesloten zijn is het onmogelijk te horen wat er zich in de gangen afspeelt.
Grenzend aan het transitorium wordt een toren met waarnemingsplatform voor sterrenkundigen gebouwd. Deze toren die een hoogte heeft van 14.50 meter is nog niet helemaal klaar.
Op enige afstand van het transitorium staat het provisorium, dat uit hout is opgetrokken. Dit gebouw zal maar tijdelijk worden gebruikt. Het is bedoeld om alvast wat ruimte te scheppen voor de voorkandidaats en propaedeutische praktika van de vakgroep biologie. Dit gebouw heeft vier vleugels, namelijk twee voor praktikum botanie en twee voor zoölogie.
Dit zijn de eerste twee gebouwen in het nieuwe universiteitsplan. Het zal nog wel even duren voor het hele plan zal zijn voltooid. Men rekent dat dit pas tegen het eind van deze eeuw het geval zal zijn.
Nieuwe gebouwen staan al weer op papier. Het eerst zijn nu gebouwen aan de beurt voor experimentele natuurkunde, diergeneeskunde, tandheelkunde en het elektronisch rekencentrum. De bomen die straks in de hortus botanicus komen zijn ook al ‘in voorbereiding’, want zij zijn nog niet zo lang geleden op de kwekerij gepoot.
