Utrecht 60 jaar terug: woningnood nog steeds schrijnend

Foto: Utrechts archief

“Ofschoon wij u erkentelijk zijn voor de extra toewijzing van 100 woningwetwoningen menen wij niet te mogen verhelen dat onze ongerustheid nog niet geheel is weggenomen.” Aldus een schrijven van b. en w. van Utrecht aan het college van gedeputeerde staten dat op maandag 15 mei 1961 verscheen in het Utrechtsch Nieuwsblad.

Want zowel b. en w. als de gemeenteraad maken zich ernstig zorgen over de woningnood in de stad. B. en w. wijzen gedeputeerden er op dat de gemeente Utrecht ten aanzien van het aantal inwoners met lagere inkomens een zeer ongunstige positie inneemt. Zo geniet van de 15.601 ingeschrevenen woningzoekenden per 1 mei 11.791 geen hoger inkomen dan 5000 gulden. Dit heeft tot gevolg dat de noodzaak van inwoning in de stedelijke gemeenten, hoewel de beschikbare woonruimte dit in de meeste gevallen beslist niet toelaat, groter is dan elders.
Dit heeft volgens b. en w. als gevolg dat het aantal onbewoonbaar verklaarde woningen, gezien de ernstige woningnood, onmogelijk kunnen worden ontruimd. B. en w. wijzen er nog op dat hen herhaaldelijk verzoeken bereiken om toestemming tot het ingebruik nemen van een ontruimd krot. Dat typeert naar hun mening het ernstige woningtekort in de gemeente.
B. en w. vragen daarom gedeputeerde staten te willen bevorderen dat een eventueel vrijkomend contingent, alsmede een gedeelte van het alsnog door het minister beschikbaar gestelde contingent van 1250 woningwetwoningen, aan Utrecht zal worden toegewezen.

Lees ook:

Utrecht 60 jaar terug: een stijging van het aantal verkeersongevallen

Utrecht 60 jaar terug: een Utrechtse bokskampioen

Utrecht 60 jaar terug: de eerste paal van het nieuwe universiteitsterrein

Cookieinstellingen