Het gebeier van de klokken in de verlichte domtoren werd in de nacht van de jaarwisseling overstemd door een oorverdovend concert van ontploffende rotjes en gillende keukenmeiden. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op maandag 2 januari 1961.
Hoofdinspecteur C. van den Dorpe van de Utrechtse politie, die in de nacht van zaterdag op zondag per radio-auto ‘langs de weg zat’ zei: op de Amsteramsestraatweg leek het wel of we door de vuurlinie reden. Op een gegeven moment moest hij zelfs stoppen om een kerstboom onder zijn wagen weg te halen.
Toch was het volgens het Utrechtsch Nieuwsblad, die slechts een klein kolommetje besteedt aan de jaarwisseling, vrij rustig, afgezien van de herrie van het vuurwerk. Bij de Bunkerbar, op de hoek van de Nieuwe Kade en de Oude Gracht, ging de eerste stapel kerstbomen in brand. Brandjes volgden in de Boorstraat, het Bisschopsplein, de Van Pijlsweertstraat.
In de Geertestraat smeet iemand, die waarschijnlijk wat boven zijn theewater was, een fiets door een ruit. Aan de Amsterdamsestraatweg werd een ruit van een winkel vernield. Van de gemeentelijke reinigingsdienst leende de politie een auto met personeel voor het ophalen van de vele kerstbomen, die in de oudejaarsnacht op straat gegooid werden. Volgens de politie was het tijdens de jaarwisseling in geen enkel geval nodig de sabel of gummiknuppel te gebruiken.
