Spoorwegmuseum toont collectie Tweede Wereldoorlog

Foto: Spoorwegmuseum

Op 17 september 2019 is het precies 75 jaar geleden dat de Nederlandse regering in Londen de spoorwegstaking onder het NS-personeel uitriep. Dit is aanleiding voor het Spoorwegmuseum om een kleine vaste presentatie en website over de Nederlandse spoorwegen in de Tweede Wereldoorlog te maken. De presentatie krijgt de naam ‘Kinderen van Versteeg’. Het Spoorwegmuseum toont zijn collectie affiches, foto’s, panelen, medailles en andere kleine objecten uit de Tweede Wereldoorlog. Alle informatie wordt ook gepubliceerd op het online dossier ‘kinderenvanversteeg.nl’ Vanaf 18 september is de presentatie online en fysiek toegankelijk.

De titel ‘Kinderen van Versteeg’ slaat op de geheime code die NS met het verzet en de Nederlandse regering in ballingschap had afgesproken. Dit voor het geval het Nederlandse spoorbedrijf het treinverkeer stil moest leggen om een geallieerde invasie te ondersteunen. De code luidde voluit ‘De kinderen van Versteeg moeten allen onder de wol’. Met Versteeg werd waarnemend NS-directeur Willem Hupkes bedoeld, zijn kinderen waren alle medewerkers van NS.
Omdat de Spoorwegstaking geen losstaand gegeven is en alleen in bredere context begrepen kan worden, staat in ‘Kinderen van Versteeg’ de rol van NS in de Tweede Wereldoorlog centraal. De presentatie start in het jaar 1939, toen de spoorwegen in Nederland een belangrijke rol speelden bij de mobilisatie. Via de kortdurende oorlogsdagen van 10 tot 15 mei, de capitulatie, bezetting, Jodentransporten en spoorwegstaking worden diverse dilemma’s, keuzes en sleutelmomenten uitgelicht. Deze thema’s zullen in de tentoonstelling worden verbeeld met behulp van voorwerpen en documenten uit de collectie van het museum, met gebruik van zoveel mogelijk persoonlijke verhalen en een aantal bruiklenen. Eerder, in 2013, opende het Spoorwegmuseum ‘Beladen treinen’ waar dieper wordt ingegaan op de deportaties per trein van Joden, Roma en Sinti. Deze expositie blijft open, evenals de website www.beladentreinen.nl.
In ‘Kinderen van Versteeg’ is een aantal bijzondere collectiestukken en bruiklenen te zien. Zo toont het museum bijvoorbeeld de portretten van NS-directeuren in oorlogstijd Hupkes, Van Rijckevorsel en Giesberger. Deze laatste kreeg tijdens de oorlog de ondankbare taak als verbindingsman tussen NS en de Duitsers op te treden. Giesberger is geportretteerd door magisch-realistisch schilder Joop Moesman, die om in zijn levensonderhoud te voorzien op de afdeling van Giesberger werkt. Naast het schilderij toont het museum ook andere persoonlijke spullen van Giesberger, waaronder zijn kenmerkende bril. Omdat de oproep luid en duidelijk voor iedereen, dus ook de Duitsers, op de radio was uitgezonden, dook ook directeur Hupkes onder in Maartensdijk, dicht bij zijn woonplaats Bilthoven. Hij hield hier als ‘dokter Huisman’ spreekuur en kantoor in de badkamer van een villa naast een sanatorium. Zijn zogenaamde patiënten waren in werkelijkheid koeriers, leden van het NS-personeel en verzet, die al snel in en uit liepen. Tot de collectie van het Spoorwegmuseum behoort naast persoonlijke brieven ook een foto van Hupkes in zijn badkamer (foto).
Tot de belangrijkste getoonde documenten behoren o.a. een schrijven van 31 maart 1943 van de Duitse Bahnbevollmächtigte waarin gevraagd wordt om een trein met 35 rijtuigen met bestemming Sobibor. Uit de Collectie Joods Historisch Museum toont het museum een reisvergunning en vervoerbiljet van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung Amsterdam voor de (gratis) treinreis naar station Hooghalen.
Bijzonder is ook een Kist VLS (Vrijwillige Landstorm, afdeling Spoorwegdienst) met spullen van Luitenant de Cock, die 1e luitenant bij de vrijwillige Spoorwegdienst was. Net als militairen hadden deze vrijwilligers een uitrusting die moest worden meegenomen in een plunjekist. De Cock speelde later een belangrijke rol in het spoorwegverzet en bij de uitbetalingen tijdens de spoorwegstaking. Het museum toont nog enkele persoonlijke bezittingen van De Cock, waaronder zijn vervalste persoonsbewijs.
Toen Anna-Toppen Dinkela in juni 1944 op weg was naar Assen, maakte zij een treinbeschieting mee. Als gevolg van de beschieting waren de treinramen versplinterd. “Ik heb er handen vol van in m’n jaszakken geschept”, vertelde ze later. Enkele van de splinters zijn in een doosje bewaard. Het is één van de verhalen die terug te lezen zijn in verschillende dagboeken. Van NS-er Arnold van Herk zijn verschillende geluidsfragmenten te horen waarin hij vertelt over de Arbeitseinsatz van NS-personeel.
Het museum toont diverse affiches uit de oorlogsperiode, een aantal van de hand van Joop Geesink, die waarschuwen dat men zich moest houden aan de verduisteringsvoorschriften: “Bommen suizen naar het licht! Houdt dus de gordijnen dicht” en “Reeds ‘t ontsnappen van één schijn kan voor u noodlottig zijn” zijn de slogans op de posters. Benoemenswaardig is ook een geelblauwe vlag die op stations werd getoond in het geval van geallieerde luchtaanvallen. De vlag werd ‘Sein Lodewijk’ genoemd, de naam komt van de letter L van ‘luchtalarm’. Ook toont het museum het koersbord van de eerste Nederlandse voedseltrein in 1945.

Cookieinstellingen