Begin vorig jaar heeft de gemeente een selectie van gebouwen en complexen van naoorlogse bouwkunst aangewezen als gemeentelijk monument. Waaronder de Robijnhof, de Tjepmahof en de Rijnesteinhof van Gerrit Rietveld in Hoograven.
Hoograven en Tolsteeg was de eerste grote naoorlogse uitbreiding na de grenswijziging van 1954. De nieuw opgerichte afdeling Stedenbouw onder leiding van de uit Rotterdam afkomstige C.M. van der Stad introduceerde het principe van de ‘stempel’, wooneenheden in de vorm van hoven met woningen bestemd voor alle inkomensgroepen, leeftijden en uiteenlopende gezinsgrootte. Binnen de stempels komen ruime binnentuinen en besloten verkeersruimten met veel speelplekken voor de kinderen.
Gerrit Rietveld krijgt zijn eerste opdracht voor volkswoningbouw binnen het stedenbouwkundige plan van Nieuw-Hoograven met de ‘stempels’. Zijn hart ligt al lang bij het ontwerpen van goede volkshuisvesting, maar hij krijgt niet eerder een kans zijn ideeën daadwerkelijk te realiseren. Tot hij deze opdracht krijgt van de Utrechtse Woningstichting en Woningbouwvereniging Hoograven.
Rietveld vult de opdracht op geheel eigen wijze in, met een nadrukkelijk keuze voor eenheid in architectuur waarbij betonranden, maar ook kleurenschema’s een belangrijke rol spelen. Ook gaf hij persoonlijk voorlichting aan de toenmalige bewoners over ‘goed wonen’.
De flats aan de Robijnhof zijn door Rietveld-speicalist Bertus Mulder gerenoveerd, de andere twee complexen Tjepmahof en Rijnesteinhof worden nu op dezelfde zorgvuldge wijze gerenoveerd. In de Robijnhof heeft het Centraal Museum een museumwoning ingericht als onderdeel van het Rietveld-erfgoed.
