UTRECHT/ARNHEM – Nadat het Gerechtshof in Arnhem zich gisteren voor de eerste maal boog over de zaak tegen Gerard T. – de advocaat-generaal van het Hof eiste toen onder meer 16 jaar cel tegen de verdachte voor vier verkrachtingen in 1995 en 2001 – kwam vandaag de verdediging aan het woord.
Verdachte Gerard T. vindt dat hij geen eerlijk proces heeft gehad en heeft daarom hoger beroep laten aantekenen tegen het vonnis van de rechtbank. De Nieuwegeiner was echter zowel maandag als dinsdag niet in Arnhem aanwezig bij de rechtszitting. Hij beroept zich daarbij op zijn zwijgrecht dat ingegeven lijkt te zijn door zijn wantrouwen jegens justitie en dan met name voor een informant die zou zijn ingezet in de gevangenis.
De raadsman van T. wil dat de verdachte op vrije voeten komt. De verdediging baseert zich op het bewijsmateriaal en dan met name over het DNA-spoor dat naar T. leidde. Deze kan mogelijk ook van iemand anders zijn. Ook het steeds opnieuw toevoegen van nieuwe stukken aan het dossier was onderwerp van discussie. Dat zou nadelig kunnen uitpakken voor zijn cliënt.
Het hoger beroep is in beginsel nog de enige kans op strafvermindering voor T. Mocht hij door het Hof veroordeeld worden, dan kan T. nog in cassatie gaan. Bij de Hoge Raad vindt dan geen inhoudelijke behandeling van de zaak meer plaats; er wordt alleen gekeken of het recht goed is toegepast. De uitspraak in de zaak is op 8 februari 2017. Op 25 januari krijgt T. nog een laatste kans om iets te zeggen.
Bron: rtvutrecht.nl
