Utrecht 50 jaar terug: Verontrustende stijging aantal diefstallen

Foto: Pixabay

Het wordt ieder jaar erger, verzucht hoofd-inspecteur C. van der Dorpe in het Utrechts Nieuwsblad op dinsdag 22 november 1966. Van 1 januari tot en met 18 november 1966 zijn er 325 aangiftes gedaan van diefstallen van portemonnees en portefeuilles van in totaal een kleine 25.000 gulden.

De diefstallen vinden met name plaats in warenhuizen, garderobes en kleedkamers. Daar verdwijnen de portemonnees als sneeuw voor de zon. Vorig jaar ging het nog om 300 aangiften met een geschat totaal van 12 mille.

Hoofdinspecteur Van den Dorpe en brigadier Becking hebben deze balans opgemaakt om het publiek nog eens te wijzen op de ernst van de situatie. Hun raad is: neem niet zoveel geld mee.

Deze vergaande nonchalance van het publiek schept volgens de politie de gelegenheid voor diefstal. Af en toe duiken de politiemannen de warenhuizen binnen bij de stands waar het publiek direct zelf zijn keus kan maken. Niet zelden komt het voor dat een winkelende dame haar tas met portemonnee neerzet om vervolgens enkele stands verder te dwalen. Als zij uit de kooproes opschrikt is het vaak te laat. Bij zo’n steekproef komt er een zucht van verlichting als het blijkt dat een politiefunctionaris in het bezit is van de portemonnee.

Cookieinstellingen