Smartphoneapps moeten terugval depressiviteit voorkomen

Foto: CC0 Public Domain

GRONINGEN/UTRECHT – Door het vroegtijdig herkennen van een dreigende terugval in depressie willen onderzoekers van UMC Groningen, UMC Utrecht Hersencentrum en University of Oxford 30% minder terugval in een depressie bereiken. De Hersenstichting heeft vandaag 300.000 euro toegekend voor dit onderzoek.

Jaarlijks krijgen 550.000 Nederlanders een depressie. Het terugvallen in een depressie is een groot probleem dat bij 50 tot 75% van de mensen met depressie voorkomt. “Bij een naderende terugval in een depressie gaat je stemming geleidelijk achteruit. Een depressie is dan nog te voorkomen met de juiste interventie. Het is te vergelijken met boven aan een glijbaan zitten en een stukje naar voren glijden, vlak voordat je naar beneden glijdt. Dan kun je nog terug naar boven. Maar als je echt naar beneden glijdt, dan is er geen weg terug. En eenmaal beneden is de depressie een feit en de weg naar herstel lang. De uitdaging is om dreigende terugvallen vroegtijdig te herkennen en te behandelen. Patiënten komen nu vaak pas weer in beeld als de volgende depressieve episode zich weer volledig heeft ontwikkeld. De prognose is dan veel ongunstiger”, legt hoofdonderzoeker dr. Eric Ruhé van de Universiteit Groningen uit.

Doel onderzoek

Onderzocht wordt of het combineren van aparte al bestaande smartphone-apps kan leiden tot deze stevige reductie. De onderzoekers willen een aanpak ontwikkelen waarmee iemand niet meer helemaal naar beneden glijdt, maar – zodra de daling inzet – dit sneller wordt herkend, en dat mensen vaardigheden leren om zelf terug te gaan naar bovenaan de glijbaan. Het doel van het onderzoek is om het percentage depressies dat terugkeert met 30% te verlagen bij de groep patiënten die meedoet in het onderzoek.

Aanpak

Met de app (BeHapp), ontwikkeld door dr. Vorstman en prof.dr. Kas van het UMC Utrecht Hersencentrum, kunnen onderzoekers op een objectieve wijze vroege signalen van een dreigende terugval monitoren om die eerder te kunnen herkennen. Bij een vermoeden van een terugval kijken de onderzoekers met behulp van dagboekmetingen of dit een werkelijke depressie wordt. Wat nieuw is in dit onderzoek, is dat niet alleen gedachten, maar juist ook gedachtenprocessen (de manier van denken) die daaraan ten grondslag liggen, zoals piekeren en voortdurende aandacht voor het ‘negatieve’, doel van deze interventie zijn. Als dat het geval is dan wordt de cognitieve en positieve aandachttraining (weer) gestart die onderzoekers via een smartphone-app gaan aanbieden.

Snel Beter Behandelen
De toekenning van deze onderzoeksbijdrage maakt onderdeel uit van het onderzoeksprogramma Snel Beter Behandelen van de Hersenstichting. Dit programma is in 2015 gestart om bestaande behandelingen te optimaliseren en nieuwe behandelingen te ontwikkelen. Deze behandelingen moeten vervolgens binnen vijf jaar in de kliniek toegepast worden. Dit onderzoek is het zesde onderzoek dat in Snel Beter Behandelen is toegekend. Het onderzoek duurt vijf jaar.

Bron: Hersenstichting.nl

 

Cookieinstellingen