UTRECHT – Er zijn geen redenen om aan te nemen dat het parvo-vaccin onvoldoende bescherming zou bieden. Practici in Midden-Nederland hebben aangegeven dat het aantal honden met gastro-intestinale klachten inmiddels afneemt.
Vanaf half februari dit jaar werd de Gezelschapsdierenkijker van het VMDC van de faculteit Diergeneeskunde opvallend vaak gebeld over een mogelijke toename van haemorrhagische diarree bij honden. De telefoontjes waren hoofdzakelijk afkomstig van practici uit Midden-Nederland. Dierenartsen gaven aan dat er op social media geruchten circuleerden over een ‘gemuteerd’ parvovirus waaraan ook volwassen, goed gevaccineerde honden konden overlijden. De maatschappelijke onrust werd onder meer zichtbaar door de publicatie van een bericht over het parvovirus op de site van omroep Gelderland. Deze berichten waren aanleiding voor het VMDC om een inventarisatie te doen onder dierenartsen uit de regio en hieruit bleek dat er inderdaad sprake was van een verheffing van het aantal gastro-intestinale klachten, waarbij soms haemorrhagische diarree optrad. In het algemeen kon echter worden gesteld dat de klachten van voorbijgaande aard waren en er geen sprake was van verhoogde sterfte.
Twee kennels
Bij navraag bleek de basis van de circulerende geruchten te liggen bij enkele casussen in twee kennels. Door ontbrekende diagnostiek en onvoldoende gegevens betreffende de vaccinatiestatus kon er geen duidelijk beeld worden gevormd van de problematiek. Om te achterhalen wat er speelde, heeft het VMDC in samenwerking met de afdeling Virologie aan de dierenarts van de twee kennels aangeboden om monsters van vergelijkbare casussen virologisch te onderzoeken. Ook aan verontruste dierenartsen die contact opnamen met de helpdesk van het VMDC is dit aangeboden.
Ongevaccineerd
Uit de verkregen aanvullende informatie blijkt dat er bij één kennel drie volwassen honden zijn overleden aan haemorrhagische diarree. Twee honden waren ongevaccineerd en de doodsoorzaak is nooit vastgesteld. Bij de derde hond is parvo gediagnosticeerd, maar de vaccinatiestatus van dit dier was onbekend. Uit de tot nu toe geanalyseerde monsters van de tweede kennel is slechts één keer, bij een jonge, gevaccineerde pup, parvo aangetoond. Gezien de bedrijfsmatige setting, de ‘immunity gap’ die bij iedere pup optreedt en de onbekende vaccinatiestatus van de volwassen hond zijn beide parvo-casussen geen reden tot algemene zorg over de beschermende capaciteiten van het parvo-vaccin.