Wel zien maar niet herkennen

Foto: CC0 Public Domain

UTRECHT – Het gezicht van je partner zien, maar het niet herkennen. Het is zeer zeldzaam, maar het bestaat. Prosopagnosie of gezichtsblindheid noemen neurologen het. Een doeltreffende behandeling is evenwel altijd uitgebleven voor mensen met agnosie. Twee neurowetenschappers van de Universiteit Utrecht en een van University of Wisconsin hebben hierin nu een eerste stap gezet.

Neuroloog Oliver Sacks heeft herhaaldelijk en met groot succes geschreven over gezichtsblindheid. Inmiddels hebben drie neurowetenschappers, de Utrechters Martijn Barendregt en Serge Dumoulin, en Bas Rokers van Wisconsin, achterhaald dat in tegenstelling tot prosopagnosie een andere vorm van deze aandoening wél veel voorkomt: bewegingsagnosie.

Aan hun experiment namen elf jonge, gezonde deelnemers mee. Zij moesten onder meer aan de hand van bewegende objecten op een beeldscherm aangeven of deze van hen af of naar hen toe bewogen. Rokers: “Daarbij hebben we in dit experiment alleen prikkels gebruikt die door de twee ogen gezamenlijk moeten worden verwerkt.” Tot hun verbazing bleek dat zeven van de elf proefpersonen de bewegingen wel konden zien, maar de bewegingsrichting niet langer konden herkennen. Daarmee is bewegingsagnosie een nogal veelvoorkomende aandoening. En dat biedt perspectief voor een eventuele behandeling van agnosie als geheel.

Hersenen en niet de ogen
De neurowetenschappers schrijven in hun artikel in Psychological Science dat deze vorm van agnosie een probleem in de hersenen moet zijn. Rokers: “Dat sommige mensen problemen hebben met het waarnemen van beweging in diepte, is al wel bekend. Dat het zo algemeen voorkomt, wisten we nog niet.” En de vraag bleef ook: waar lag het aan? Er is voorheen bijvoorbeeld geopperd dat het een probleem van de ogen zelf was. “Dat sluiten wij in ons artikel uit. Wij laten zien dat het een corticaal probleem is: er gaat iets mis in de hersenen. Net zoals bij het herkennen van een gezicht, moet de informatie die de ogen binnen krijgen in de hersenen worden verwerkt tot één beeld. Zie ook ons eerdere onderzoek naar het cyclopisch oog. Bij het maken van die combinatie, in de hersenen, gaat het mis.”

Als vervolgonderzoek willen de onderzoekers onder meer een sterke 7 Tesla MRI-scanner gebruiken. Dan moet blijken in welke hersengebieden het probleem precies zit.
Dit en het vervolgonderzoek leidt idealiter tot een therapie. Een behandeling die mensen met ernstige vormen van agnosie beter bijstaat. “Daarbij kan de kennelijk veelvoorkomende bewegingsagnosie een cruciale rol spelen.”

Cookieinstellingen