Utrecht 60 jaar terug: een ‘vrouwenhuis’ op de Alexander Numankade

Foto: UN 12-06-1964

De Alexander Numankade in Utrecht heeft sinds kort een ‘vrouwenhuis’. Acht naambordjes zitten op de deurpost van nummer 31, en achter elke naam zou een ander beroep kunnen staan. Acht jonge vrouwen van in de twintig vinden hier een gerieflijk onderkomen. Dat meldt het Utrechtsch Nieuwsblad op vrijdag 12 juni 1964.

Ieder heeft niet alleen een eigen kamer, maar ook een eigen gasje, en in veel gevallen een eigen strijkplank en een eigen stofzuiger. Hoe verschillend ook van aard of belangstelling: zelfstandigheid hebben ze gemeen, de dames van de Alexander Numankade.
Deze zelfstandigheid is het ook geweest, waardoor de acht zijn uitverkoren tot het bewonen van een van de drie Union-huizen, die Utrecht telt. Mejuffrouw J.W. v. Oldenborgh, hoofd van het Utrechts Maatschappelijk inlichtingen- en adviesbureau (M.A.I), heeft er kijk op. Zij kiest de meisjes uit, die in aanmerking komen voor het wonen-zonder-hospita, in een van de huizen, die de Nederlandse vereniging voor jongeren Union in Utrecht exploiteert.
Union is een oude naam. Al in 1882 behartigde de vereniging de belangen van jonge meisjes. Wie herinnert zich niet de borden op de stations, die de weg wezen aan ontspoorde jonge dames? Of ze nu hun trein hadden gemist of ‘belaagd’ werden door een heer of anderszins, de Union wist wel een oplossing voor de moeilijkheden.
Meestal vinden de jonge meisjes van tegenwoordig zelf hun weg wel. Hulp op de stations wordt weinig meer verleend. Maar de vereniging kan zijn menslievendheid nog wel ergens kwijt.
Het huisvesten van werkende meisjes en jonge vrouwen in speciaal daarvoor gekochte of gehuurde huizen is de jongste taak. Hierop maakt de vereniging geen winst. Een woonhuiscommissie regelt het contact van de huursters met de vereniging. De bewoonsters hebben zich te houden aan enkele regels en zijn verder volkomen vrij. Een hospita is er niet.
In de huizen moeten de bewoonsters het dan allemaal maar zelf weten. Zij zijn geselecteerd op volwassenheid en degelijkheid. Dat wil niet zeggen dat de Alexander Numankade 31 bewoond wordt door een stelletje blauwkousen, maar wel dat ieder daar haar eigen gang kan gaan. Geleen van potjes en pannetjes is er niet bij. Gezamenlijke maaltijden kennen de meisjes niet. Ieder heeft haar eigen baan, haar eigen kennissen.
Vijfentwintig jonge dames wonen nu al onder een Union-dak in Utrecht. Dat dit het effect heeft van de bekende druppel op de gloeiende plaat, blijkt uit het jaarverslag over 1963 van het M.A.I.-bureau. Daar hebben 4617 mensen om een kamer gevraagd. Hieronder waren 1500 studenten.
Bij het horen van de kreet kamernood wordt in een universiteitsstad maar al te gemakkelijk aan studenten gedacht. Maar hoeveel werkende jongeren er zijn, die op kamers willen wonen, weet niemand. Zij vormen geen aparte groep voor de burgerlijke stand, zij hebben zich niet georganiseerd, om de huisvestingsmoeilijkheden het hoofd te bieden.

Cookieinstellingen